30 October 1913.
4 -
Art. 13.
Zij maakt, in overleg met den Directeur, eene aan-
beveling van twee of drie personen op ter benoeming
van het personeel, bedoeld in artikel 10, vergezeld
van hare voorstellen omtrent het toe te kennen salaris.
Art. 14.
Zij is bevoegd het personeel der Gas-, Duinwater-
en Ëlectriciteitsbedrijven uit te noodigen hare verga-
deringen bij te wonen en alsdan van hen inlichtingen,
hun dienst betreffende, te vorderen.
Art. 15.
Omtrent de wijze van vervanging van den Directeur
en van het in arfikel 10 bedoelde personeel, draagt
zij, wat het personeel betreft in overleg met den Di-
recteur, aan Burgemeester en Wethouders eene re-
geling voor.
Art. 16.
In buitengewone gevallen is de Voorzitter gerech-
tigd handelend op te treden, doch roept dan binnen
24 uren de Commissie bijeen ter behandeling van
het geval.
Art. 17.
Deze verordening treedt in werking op den dag
harer vaststeliing.
Alsdan zal zijn vervallen de „Verordening regelen-
de de samenstelling en den werkkring der Commis-
sie van bijstand van Burgemeester en Wethouders in
het beheer van en de zorg voor de Gasfabriek, en
de Waterleiding" vastgesteld den 28 October 1910.
OVERGANGSBEPALING.
De eerste verkiezing van leden der Commissie
heeft plaats in November of December 1913
Tot 1 januari 1914 zal de bestaande Commissie
voor de Bedrijven de functie vervullen van de bij
deze verordening ingestelde „Commissie voor de
Bedrijven".
Op haar is deze verordening ook van toepassing.
Gedaan ter openbare vergadering van den 30 Oc-
tober 1913.
De Voorzitter,
De Secretaris,