30 October 1913. 17 ontkennend, waarna het artikel zonder hootdehjke stemming ongewijzigd wordt vastgesteld. evenals de volgnummers 126 tot en met 135. De heer Mr. Van Tienhoven vraagt omtrent post volgnummer 136 eenige inlichtingen, waarop de Voor- zitter antwoordt, dat deze post in 1912 onder Hoofd- stuk XI vermeld stond en daar te vinden îs met eene uitgaaî van f 7305. De post wordt vervolgens zonder hoofdelijke stem- rning en ongewijzigd vastgesteld, evenals de volgnum- mers 137 tot en met 142. De Voorzitter deelt mede, de vaststelhng van den post Onvoorziene Uitgaven'' te zullen aanhouden tot na de behandeling der lnkomsten, waartoe nu wordt oversîeeaan. De heer Mr. Van Tienhoven vindt het vreemd, dat boven de inkomsten dezelfde hoofden staan, als bo- ven de uitgaven b.v. „sommen in 1913 toegestaan De Voorzitter zegt, dat men zich te hou..en heett aan het provinciaal model en dat dit het aldus voor- schrijft. De volgnummers 1 tot en met 3 worden zonder hoofdelijke stemming ongewijzigd vastgesteld De heer Mr. Van Tienhoven vraagt. ot^onder volg- nummer 4 ook de landhuur van de Dma C. G. van Tu bergen Jr. is inbegrepen, waarop de Voorzitter be- vestigend antwoordt. De heer Honig vraagt. waarom de huren van het uilenhofje met 50 worden vermenigvuldigd Hij vindt dit inconsekwent tegenover de huur van de tummans- wonmg. die mei 52 wordt vermenigvuldigd. De "Voorzitte; zegt, dat de reden daarvan is, dat bii dergelijke huizen de kans, dat er eens een leeg staat veel grooter is en het daarom gewoonte is de huur met 50 te vermenigvuldigen. De heer Mr. Van Tienhoven vraagt, hoe het met het verhuren van het heerenhuis gesteld is. De Voorzitter deelt mede, dat op het oogenblik geen onderhandelingen omtrent verhuur gaande zijn. Verder merkt spreker, naar aanleiding van vragen van de heeren Honig en Waller, nog op. dat de op- brengst der Belvedêre eerder mee- dan tegenvallen zal en deelt hij mede, dat tot nu toe ru.m 19000 per- sonen de bovenverdieping hebben bezocht

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Raadsnotulen Heemstede | 1913 | | pagina 17