23 December 1913.
2
slissing te nemen omtrent het al of niet rechtmatige
der opdracht.
ln afwachting van de beslissing van Burgemeester
en Wethouders is hij verplicht de opdracht uit te voe
ren, wanneer de Gemeente-Opzichter verklaart. dat de
uitvoering geen uitstel gedoogt.
Wanneer door Burgemeester en Wethouders wordt
beslist, dat de opdracht onrechtmatig is geweest, dan
behoeft door hem daaraan geen verdere uitvoering
gegeven te worden, terwijl, wanneer reeds geheele of
gedeeltelijke uitvoering heeft plaats gehad, Burgemees-
ter en Wethouders in hunne beslissing tevens hem
eene geldelijke vergoeding kunnen toekennen.
Art. b.
Zijn werktijd wordt door den Gemeente-Opzichter
onder goedkeuring van Burgemeester en Wethouders
geregeld, met dien verstande, dat hij telkens, wanneer
dit noodig is, het toezicht bedoeld in het lste iid van
art. 5 ook uitoefent buiten zijne gewone werkuren.
Art. 7.
Hij mag aan geen der leveranciers, aannemers of
vverkbazen en onder welke benaming of voor wel:<e
reden ook, puin, afval of wat het ook zijn mocht, af-
komstig van gemeentewerken verkoopen of vervreem-
den, dan op last van Burgemeester en Wethouders.
Art. 8.
Hij mag geen geschenken van aannemers, leveran-
ciers of werkbazen, die de gemeente als zoodanig
bedienen, aannemen.
Evenmin mag hij noch rechtstreeks, noch door
tusschenkomst van anderen, eenig deel hebben, in de
aannemingen of leverantiën ten behoeve der Gemeente.
Art. 9.
Hij is geheel en uitsluitend in dienst der gemeente.
Het is^hem verboden eenige andere betrekking te
vervullen, of voor derden eenig werk te verrichten.
Bij uitzondering kunnen Burgemeester en Wethou-
ders hem op schriftelijk verzoek voor ieder bepaald
geval ontheffing verleenen van het in den vorigen zin
bedoeld verbod.