12 Februari 1914 4 De heer Mr. Van Tienhoven vraagt of zonder na- tuurschennis het hout, waarvan in dit voorstel en nog- maals in het voorstel tot het maken van een ophaal- brug sprake is, uit Groenendaal kan worden betrok- ken. De Voorzitter kan den heer Mr. Van Tienhoven geruststellen door de mededeeling, dat het hout waar- van in deze voorstellen wordt gesproken, voor het meerendeel reeds in het water ligt en in hoofdzaak afkomstig is van de rooiing gedaan ten behoeve van den aanleg van een toegangsweg naar Groenendaa! van af de Van Merlenlaan. De Heer Tromp zegt, dat hij op de teekening be- hoorende bij dit voorstel heeft gezien, dat een trap- jesbrug is ontworpen. Hij vraag*, of er bezwaar tegen bestaat het model der brug te veranderen in die mate, dat zij ook ge- schikt zal zijn voor rijwielen en kinderwagens. De Voorzitter deelt mede, dat juist van een trapjes- brug is gebruik gemaakt, omdat dan de bermen der wegen kunnen blijven zoo zij zijn. Maakt men een langzaam hellende brug. waarbij rekening met dezelf- de doorvaarthoogte moet worden gehouden, dan kan het moeilijk anders, of men moet beginnen met reeds den weg langzaam te laten oploopen De trambaan zou daardoor ook de hoogte in gaan en acht hij het niet geraden daarover zoo een besluit te nemen, zon- der vooraf den technicus daarin te kennen Deze wijziging zal de kosten ook zeker doen stij- gen. Bovendien merkt de Voorzitter op, dat de voet- brug niet voor wielrijders wordt gemaakt De Heer Tromp betoogt daarop, dat onder het wan- delend publiek toch ook heel veel menschen worden aangetroffen met kinderwagens. Hij is van meening dat door eene wijziging der brug zonder vermindering der doorvaarthoogte en zonder dat de helling reeds op den weg behoeft te beginnen, in dit euvel kan worden voorzien. Hij vraagt, of nog niet nader door Burgemeester en Wethouders kan worden nage- gaan, in hoeverre nog aan zijn verlangen kan worden tegemoet gekomen. Hij is er evenwel niet voor dat dit voorstel wordt aangehouden.

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Raadsnotulen Heemstede | 1914 | | pagina 4