2 April 1914.
4e. dat de oostelijken zijwand van het schuitenhuis
moet worden geplaatst op den bovenlegger der wal-
beschoeiing en voorzoover het langs die schoeiing
zal worden geplaatst de aanwijzingen omtrent een en
ander van den Gemeente-Opzichter moeten worden
opgevolgd;
5e. dat het schuitenhuis ten genoegen van Burge-
meester en Wethouders moet worden geschilderd en
verder onderhouden, dat zonder hunne toestemming
in den bestaanden toestand geene verandering mag
worden gebracht. en alle schaden door verdieping
van het water of anderszins, aan het schuitenhuis
teweeg gebracht, voor rekening van den huurder komen;
be dat het schuitenhuis moet worden gemaakt
met eene zoogenaamde hollandsche kap, dus niet met
eene platafdekking, een en ander ten genoegen van
Burgemeester en Wethouders
7e. dat adressant tevens voor zijne rekening ten
genoegen van Burgemeester en Wethouders moet on
derhouden de schoeiing langs de Prinsessekade voor
zoover deze schoeiing door het schuitenhuis aan den
openbaren dienst wordt onttrokken en dat bedoeld ge-
deelte schoeiing ten minste eenmaal per jaar moet
v.orden geteerd met Stockholmer teer
8e. dat door adressant verder voor eigen rekening
de vaart rondom het schuitenhuis ter breedte van 2 M
moet worden schoongehouden
9e. dat bij opzegging van de huur het gehuurde
door en op kosten van den huurder binnen drie
maanden, ten genoegen van Burgemeester en Wet-
houders voornoemd, in den vorigen toestand moet
worden teruggebracht
lOe dat, indien de gemeente terzake van het ge-
huurde in de grondbelasting mocht worden aangesla-
gen, het bedrag van den aanslag door den huurder
op de eerste aanmaning, ten kantore van den ge-
meente-ontvanger voornoemd moet worden gestort
11. dat na gedane opzegging der huur de huurder
deswege geen recht op schadevergoeding zal kunnen
doen gelden, doch alleen terugbetaling zal kunnen
vorderen van de in evenredigheid met het nog ove-
rige gedeelte van het loopende jaar, te veel betaalde
huurpenningen
12e. dat de kosten, op de te sluiten overeenkomst
vallende, ten laste van den huurder komen.
Gedaan ter openbare vergadering van den 2
April 1914.
De Voorzitkr,
De Secretari