1 September 1914
3
Op een daartoe door den Voorzitter gestelde vraag
verklaart de heer Preijde zijn benoeming als Voorzit-
ter der Financieele Comissie aan te nemen.
Overgegaan wordt tot stemming van twee leden
dezer Commissie. De uitslag is, dat zijn uitgebracht
6 stemmen op den heer A Honig, 5 stemmen op den
heer H. H. Höcker, 5 stemmen op den heer H A.
Waller, 4 stemmen op den heer C. Tromp, 3 stemmen
op den heer Dr. E. A. M. Droog en 3 stemmen op
den heer Mr. P. G. van Tienhoven
Aangezien niemand de volstrekte meerderheid heeft
verkregen moet worden overgegaan tot een tweede
vrije stemming.
De uitslag daarvan is dat zijn uitgebracht
7 stemmen op den heer A Honig
Benoemd zijn de heeren A. Honig en H A. Waller
De Voorzitter vraagt of de heeren Honig en Waller
hunne benoeming als leden van de Financieele Com-
missie aannemen.
De heer Honig zegt,- dat het hem spijt, dat de ver-
gadering hem heeft gekozen.
Hij verklaart zich nog sfeeds voor het beginsel, dat
ieder der leden op zijn beurt in deze commissie zit-
ting neemt. waarbij het goed is dat een van de oude
leden blijft. Hij wil deze traditie getrouw blijven, en
had daarom gaarne gezien, dat voor hem een ander
was aangewezen.
De Voorzitter zegt, dat de Raad hem heeft aange-
wezen en Spreker hem gaarne in de Commissie zou
zien, echter gevoelt hij wel voor diens argument.
De heer Honig meent in dit opzicht voet bij stuk te
moeten houden en verklaart deze benoeming niet aan
te nemen.
De heer Waller zegf, naar aanleiding van de mede-
deeling van den heer Honig niet te kunnen weigeren
deze benoeming te aanvaarden en hoopt zijn beste
krachten er aan te kunnen wijden.
De Voorzitter merkt op, dat hij er van overtuigd
is, dat de heer Waller een buitengewoon goed lid
zal zijn in deze Commissie, en dat nu weder tot
stemming van een lid moet worden overgegaan.
5
4
2
stem
H. A. Waller.
H. H. Höcker.
C. Tromp.
Dr. E. A. M. Droog en
Mr. P. G van Tienhoven.