üitbreiding Âlgemeene Begraafplaats
25 Februari 1915.
Aan den Raad der Gemeente Heemstede
Tot de gronden, die door de gemeente in 1913,
zijn gekocht van de Erven van Vrouwe Douairiere
Van Merlen, behooren de perceelen Sectie B No.
1279, 1437 en 1447 zijnde een aanleg bij den grafkel-
der van de familie Van Merlen, Deze aanleg grenst
aan den toegangsweg tot de Algemeene Begraafplaats
der Gemeente en het was reeds toen de bedoeling
dien met de Algemeene Begraafplaats te verheelen.
Nu voortdurend het aantal zoogenaamde eigen gra-
ven dat zijn die grafsteden, voor welke het uitslui-
tend recht tot begraven daarin voor onbepaalden tijd
wordt verleend stijgende is, zal in de naaste toe-
komst gebrek aan grafruimte kunnen ontstaan.
Het is daarom, dat wij eerlang zouden willen over-
gaan tot het voldoende op laten hoogen van eerstge-
noemde perceelen en den aanleg daarvan tot begraaf-
plaats.
Het benoodigde zand voor de ophooging ware te
verkrijgen van de uitgraving voor den aanleg van een
zwemvijver, waaromtrent U een afzonderlijk voorstel
wordt gedaan.
De kosten van ophooging der Begraafplaats met
eenige bijbehoorende werken, worden door ons be-
groot op f 2310.
In verband met een en ander stellen wij U voor het
hierbij gaande besluit te nemen.
Heemstede, 17 Februari 1915.
Burgemeester en Wethouders van Heemstede,
D. E. VAN LENNEP.
De Secretaris,
A. A. SWOLFS.
Behoort bij de notulen der openbare raadsverga-
dering van den 25 Februari 1915.
De Voorzitter,
-Dï "Secretaris,
