IIEFFISö OPCEKTEN PEESONEELE
BELASTING.
I
r
6 October 1815.
De Rasd der Gemeente Heemstede
Overwegende, dat bij de wet van 19 Juni 1915, S. No.
280, tot herziening der tabel van verdeeling der ge-
meenten in klassen, behoorende bij de wet op de
Personeele Belasting, het gedeelte dezer gemeente,
thans behoorende tot de 7de klasse, met ingang van
1 Januari 1916 is gerangschikt gedeeltelijk in de 5de
en gedeeltelijk in de 6de klasse
Gelet op de artikelen 232, 240 en 247 der Ge-
meentewet, zooals beide laatstgenoemde artikelen
gewijzigd zijn bij artikel 12 der Wet van 24 Mei
1897 Staatsblad No. 156
BESLUIT
Artikel 1.
Er zullen, te rekenen van den eersten Januari
negentien honderd en zestien, ten behoeve dezer ge-
meente, op de hooîdsom der personeele belasting
opcenten worden geheven tot een maximum van hon-
derd, met dien verstande, dat het getal der te heffen
opcenten steeds door vijf zal deelbaar zijn.
Dit getai zai telken jare bij de begrooting voor het
volgend dienstjaar worden bepaald.
Arfikel 2.
Voor de aanslagen van hen, voor wie de belastbare
huurwaarde niet te boven gaat het dubbel van de som
in artikel 12 der Wet op de Personeele Belasting van
16 April 1896 [StuatsbLad No. 72) bepaald, (zijnde voor
deze gemeente, behoorende met ingang van 1 Januari
1916 tot de 3de, de 5de en de 6de klasse respectievelijk
f 100, f 75 en f 62.50) en dus niet hooger is dan
respectievelijk f 200, f 150 en f 125 worden 50
opcenten geheven. wanneer het aanta! opcenten, dat
geheven wordt, hooger is bepaald dan 50.
Echter zal dan op de aanslagen van hen, die niet
naar den grondslag huurwaarde worden aangeslagen,
het volle getal opcenten worden geheven.
Artikel 3.
Bij heffing van 55 of meer opcenten zal de heffing
geschieden volgens den volgenden staat