17 November 1915
13
omdat anders iemand, die sedert kort van eene aan-
stelling is voorzien, er buiten zou vallen nu valt er
bijvoorbeeld buiten de werkman Pieren, die toch reeds
lang voor de gemeente gewerkt heeft.
Spreker stelt voor den toeslag te geven aan alle
werklieden, die op het oogenblik in dienst der ge-
meente zijn, ook al hebben zij geen bewijs van aan-
neming
De Voorzitter zegt, dat werklieden zonder bewijs
van aanneming niet zijn werklieden in den zin van
het werklieden reglement
De heer Van Houten zegt. dat het loon van losse
werklieden. die niet van een bewijs van aanneming
voorzien zijn, in t algemeen hooger is, dan dat van
losse werkiieden, die daarvan wel voorzien zijn en
een vast weekloon genieten.
De heer Honig vraagt, of het aantal losse werklie-
den nogal varieert.
De Voorzitter zegt. dat het dit jaar heel erg vari-
eerde o.a. door den aanleg van een weg in Groenen-
daal. Spreker vindt in het toekennen van toeslag aan
de losse iets onbillijks tegenover de vaste werklieden
de band tusschen den lossen arbeider en de werk-
geefster is zooveel minder sterk.
De heer honig vindt het hard als iemand lang in
lossen dienst is en geen toeslag krijgt.
De heer Peeperkorn zegt, dat hetgeen de heer de
Wilde zegt juist is, doch dat men even goed op
groote bezwaren stuit. Op het standpunt van f 1040
loon wordt ook nog iemand uitgeschakeld n.l. de
politie agent J. Visser, wiens pensioensgrondslag dit
bedrag een weinigje overschrijdt slachtoffers vallen
er altijd. Spreker zegt, dat maar zeven gehuwden vol-
gens de regeling geen toeslag krijgen, hij gunt het
hun wel maar waar is de grens
De heer Honig stelt voor te lezen: „aan werklieden
die een jaar onafgebroken in lossen dienst zijn
De Voorzitter zegt, dat dit meer onbillijk werkt, te-
genover hen, die bijvoorbeeld een paar weken ook
bij een ander in dienst zijn geweest.
De heer Waller vraagt, of in de uitdrukking be-
wijs van aanneming besloten is dat zij volgens een
contract werkzaam zijn.
De Voorzitter zegt, dat volgens het werklieden-
reglement ook tijdelijk werklieden in dienst kunnen