SCHADEVERGOEDING WEGENS
BEEINDIGING HHUR BLOEMBOLLEN-
GROND BEHOORENDE TOT IIKT
KANAALPLAN.
29 December 1915
Heemstede, 20 December 1915
Aan den Raad der Gemeente Heemstede.
Bij akte van 23 Augustus 1915 verleden voor No-
taris Mr. C. J Boerlage te Heemstede, heeft de ge-
meente, ter uitvoering van Uw besluit dd. 29 April
1915 tot aankoop en recht van koop van terreinen
ten behoeve van het Kanaalplan, goedgekeurd door
Gedeputeerde Staten van Noordholland bij hun besluit
van 2 Juni 1915, No. 33, onmiddellijk den éigendom
verkregen van het perceei kadastraal bekend gemeente
Heemstede, Sectie A No. 2781 (oud No. 511) ter
grootte van 1,23 13 H. A van de N.V Maatschappij
tot Exploitatie van Onroerende Goederen Heemstede''
gevestigd te Heemstede.
Volgens voorwaarde 15 van genoemde akte is het
perceel afgestaan met alle daaraan verbonden lasten
en verplichtingen.
Van dit perceel was ongeveer twee honderd veer-
tien Rijnlandsche roeden of ongeveer dertig aren
zeven en vijftig centiaren, uitmakende het Zuid Oos-
telijke gedeelte van het perceel door genoemde Naam-
looze Vennootschap verhuurd (volgens contract van
September 1913, hetwelk aan ons was overgelegd
vöör den datum, waarop wij uw College tot aankoop
adviseerden) aan den Heer Jos. M. J. Braam te Heem-
stede, voor den tijd van vijf jaren, ingaande 25 De-
cember 1912, en alzoo eindigende 2-5 December
1917, met deze bijzondere bepaling vervat in
art. 11 van bedoeld huurcontract, dat wanneer vöör
het eindigen van den huurtijd het perceel mocht wor-
den verkocht, de huur zou eindigen. terwijl dan aan
den huurder schadeloosstelling voor bemesten en
spitten zou worden toegekend. Genoemde huurder
wenschte bedoeld gedeelte niet weder in te huren,
zoodat hett krachtens Uwe machtiging thans aan
een en ander wordt verhuurd.