29 December 1915.
5
De heer Tromp zegt, dat dit den noodtoestand der
middenstanders bewijst, dat zij een muntmeter wen-
schen die elders als een straf wordt beschouwd.
DeVoorzitter zet uiteen, dit gezegd te hebben om
aan te toonen, dat een muntmeter zekeren last geett
De heer Tromp zegt, dat zij bereid zijn dien last
te aanvaarden.
De heer Mr. Van Tienhoven vraagt, of hier de ge-
makkelijke wijze van betaling voorop staat.
De heer Tromp bevestigd dit.
De heer Mr. van Tienhoven zegt, dat de menschen
dan een spaarpotje naast den meter zouden kunnen
plaatsen, waarin zij storten naar gelang van het ver-
bruikte gas. Spreker meent, dat de zaak de groote
kapitaalsuitgaaf voor de gemeente niet waard is.
De heer Honig maakt Burgemeester en Wethouders
zijn compliment over de wijze, waarop zij de quaestie
hebben ondervangen zij zijn zoover gegaan als zij
konden.
Men kan van de gemeente met vorderen, dat zij
een groote som uitgeeft om muntmeters te koopen
die nu misschien ook als zooveel andere zaken veel
duurder zijn. Waar Burgemeester en Wethouders zoo
tegemoetkomend zijn, meent spreker, dat hun dank
toekomt.
De heer Waller zegt, dat aan het slot van het praead-
vies staat. dat Burgemeester en Wethouders gaarne
bereid zijn aan den Directeur van het Gasbedrijf op
te dragen in vier gelijke termijnen over het verschul-
digde bedrag te beschikken spreker vraagt of deze
bepaling reeds in werking is.
De Voorzitter antwoordt, dat dit het voorstel van
Burgemeester en Wethouders is en dat deze bepaling
in werking treedt, als het voorstel wordt goedgekeurd.
De heer Tates zou nog willen vernemen, of dan
daarvan kennis wordt gegeven aan de middenstan-
ciers.
De Voorzitter zegt, dat dit kan geschieden per
circulaire of advertentie.
Hierna brengt de Voorzitter het voorstel van Bur-
gemeester en Wethouders in stemming.
De heer Tromp zou eerst zijn voorstel, als zijnde
het verststrekkende, in stemming willen zien gfbracht
De Voorzitter zegt, dat de heer 1 romp gelijk heett.