29 Maart 1916.
7.
gens de vergunning artikelsgewijze te behandelen.
De heer Van Meeuwen zegt in het advies der Tram-
commissie niet gevonden te hebben, dat het bepaald
onmogelijk is de electrische tram te exploiteeren over
den Wagenweg en den Heerenweg naar Blauwbrug-
getje en verder langs den Bronsteeweg. Genoemd
gedeelte zou naar zijn oordeel goed rendabel zijn.
Bij Bosch en Vaart en tot Eindenhout is de Hee-
renweg reeds verbreed, doch misschien kan er geen
vergunning van het Rijk verkregen worden, ofschoon
toch ook de heer Grippeiing daarvoor wel concessie
aanvroeg. Wanneer deze richting wel is aangevraagd,
maar door het Rijk of Haarlem is verboden, houdt
het natuurlijk op. Spreker zegt er naar te vragen, om-
dat hij het niet gevonden heeft.
De Voorzitter zegt, dat in het rapport der Commis-
sie niet alles is vermeld wat besproken is, maar
hoofdzakelijk waartoe men is gekomen. De aanvrage
van den heer Grippelirig was iets anders, deze was
voor eene Ceintuurbaan. Het plan is behandeld, zoo
als het door de N. Z. H. Tramwegmaatschappij is in-
gediend. De; richting langs den Heerenweg enz. is
met de Maatschappij wel besproken. maar deze achf
de nu te volgen richting de meest gewenschte, om-
reden de Maaischappij op de Dreef reeds haar eind-
punt heeft. Zij had bezwaar nu reeds eene lijn te
leggen langs bedoeld gedeelte van den Heerenweg.
terwijl bij verdere doortrekking langs den Heerenweg
de lijn volstrekt niet zou rendeeren, omdat die weg
te weinig bebouwd is.
De heer Van Meeuwei zegt, dat het gedeelte langs
Bosch en Vaart zeker wel rendeeren zou. Van de
bewoners van de parken is een adres ingekomen om
de tram niet door de parken te exploiteeren, terwijl
op Bosch en Vaart niemand daar iets op tegen heeft.
De Voorzitter zegt, dat wat deze quaestie betreft,
er een adres tegenover staat van andere bewoners
om de tram wel door de parken te exploiteeren. Uit
het rapport blijkt dat de Commissie afhankelijk was
van de beslissing van Haarlem en de onderhandelin-
gen betreffende de route Haarlem-Blauwbruggetje heb-
ben daarom betrekkelijk nog lang geduurd. De Raad
der gemeente Haarlem besloot de richting door de
parken te bepalen. In de Commissie bestond hierover
verschil van meening, één lid wilde den weg door