16 Augustus I9l6
Haarlem, 8 Augustus 1916.
lk heb de eer U mede te deelen, dat de heer Jhr.
J. P. W. van Doorn, benoemd tot Burgemeester Uwer
gemeente, op heden de vereischte eeden in mijne
handen heeft afgelegd.
De Commissaris der Koningin in de provincie
Noordholland,
(get.) A. Roëll.
Aan
het Oemeentebestuur van Heemstede.
Hierna houdt de heer Van Houten, Wethouder de
volgende toespraak
Edelachtbare Heer.
Het is mij eene hôogst aangename taak U op deze
plaats het welkom te mogen toeroepen.
Door H. M. onze Geëerbiedigde Koningin benoemd
tot Burgemeester van Heemstede, staat Gij aan het
Hoofd van eene gemeente. die vooral in de laatste
jaren een groote bekendheid heeft gekregen.
Het is een van die plaatsen geworden, die door de
talrijke verbeteringen, welke er tot stand zijn gebrac.ht,
door velen wordt bezocht en tot woonplaats gekozen.
Onder het bestuur van Uw voorganger is Heem-
stede als het ware van gedaante veranderd. Hij heeft
het bestuur bijna 25 jaar in goede banen geleid. Het
zal dus voor U niet moeilijk zijn onze gemeente in
goede richting te blijven besturen.
Gij zult hier vinden een gemeenteraad, die de zaken
ernstig behandelt en medewerkt om de gemeente tot
steeds grooteren bloei te brengen.
Uw Secretaris is, als ik mij zoo mag uitdrukken,
steeds de rechterhand van Uw voorganger geweest
en zal, zonder twijfel, ook uw rechterhand zijn, bijge-
staan door ambtenaren, die zich van hun plicht be-
wust, ijverig en correct zijn, zoodat een lid van Ge-
de,.Jteerde Staten eenr gezegd heeft „Wat uit Heem-
stede komt is ailes even netjes in orde".
De hoofden van dienst en van de bedrijven, die
allen voor hun taak berekend zijn, zullen voor U een
groote steun zijn.
Het is mij reeds gebleken, dat gij vol moed en met
grooten ijver uw nieuwen werkkring wilt aanvaarden.
Ik geef U de verzekering, dat gij steeds op ons
aller medewerking zult kunnen rekenen. Dit zal uwe
taak gemakkelijk maken en strekken tot grooteren
bloei onzer gemeente.
Ook heet ik L'we echtgenoote en Uwe kinderen
,,welkom" in Heemstede, waar zij in het vervolg hun
woonplaats zullen hebben en getuigen zullen zijn van
den goeden geest, welke bestaat tusschen de ingeze-
tenen van Heemstede en hun Burgemeester. Zij zullen
U beschouwen als dengene, die door de wettige over-
heid over hen gesteld is, om hen te besturen, en U
hoogachten en gehoorzamen.