I II I III lö Augustus i9i6 voor de belangen dezer gemeente en voor het geluk harer ingezetenen. Maar dan doe ik een beroep op uwe welwillendheid, om ook mij uw vertrouwen te schenken en den vriendschappelijken en aangenamen geest, die hier steeds heeft geheerscht en een sieraad is van uwe vergaderingen, te willen doen voortbestaan U, heeren Wethouders, die mij zoo hartelijk zijt tegemoet getreden en aan wie het mede is te danken, dat deze dag voor mijn gezin en mij onvergetelijk zal blijven, zal ik in den beginne vooral door on- bekendheid met plaatselijke omstandigheden met ver- zoeken om inlichtingen en adviezen overstelpen. Ik hoop, dat U mij deze ruimschoots en van harte zult willen verstrekken. Moge een vriendschappelijke band tusschen ons bestaan en al zullen onze meeningen wel eens ver- schillen, wij kunnen het toch niet altijd eens zijn, dan zal met onze aangename samenwerking toch steeds het gemeentebelang worden gediend. Van U, mijnheer de Secretaris, met wien ik dage- lijks in aanraking zal komen, van U zal ik het op hoogen priis stellen, indien U met alle uwe krachten mij behulpzaam wilt zijn en mij wilt steunen met uwen zooveel geprezen ijver, toewijding en zorgend geheu- gen. Ook gij zult geen gerir;g aandeel gehad hebben in de werkzaamheden om mijne installatie zoo goed te d°en slagen, voor welke moeite ik U hartelijk dank zeg. Van allen, die hier aanwezig zijn treft mij inzonder- heid detegenwoordigheid van den oud—Burgemeester, die zooveel voor de gemeente is geweest. Veel zal er in zijn hart omgaan, nu hij de belangen van het hem zoo dierbare Heemstede in handen ziet van eeri veel jo/igeren man. Zeker zal in het hart van den heer Van Lennep de wensch leven, dat het de gemeente onder haar nieuw bestuur goed zal gaan. Ten slotte wensch ik nog een enkel woord te spreken tot mijne nieuwe burgerij, die door het uit- steken van de driekleur. het symbool van onzen nati- onalen band, dezen dag voor mij tot een grooten feestdag heeft gestempeld en als het ware heeft ge- toor.d mijn gezin en mij in haar midden te willen op- nemen. Ik zal innig dankbaar en hoogst gelukkig zijn, indien ik haar vertrouwen mag verwerven en het mij gegeven zal zijn haar voorspoed te bevorderen. Mijne heeren, ik eindig met het uitspreken van mijn oprechten wensch, dat onze gemeenschappelijke ar- beid moge zijn tot een zegen der gemeente. Ik heb gezegd. Algemeen betuigt de vergadering door een luid applaus met deze woorden hare instemming. De Voorzitter vraagt of nog iemand der leden het woord verlangt. Niemand meer het woord verlangende sluit de Voor- zitter deze vergadering.

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Raadsnotulen Heemstede | 1916 | | pagina 4