DISTRIBUTIKBEDRIJF.
5 October 1916
Verordening regelende de Samenstelling en den
Werkkring der Commissie van Bijstand van
Burgemeesier en Wethouders in het beheer
van en de zorg voor het distributiebedrijf
Art. 1, De Commissie voert den titel van Com-
missie voor het Distributiebedrijf."
Zij bestaat uit drie leden, van wie één, die tevens
voorzitter is. door Burgemeester en Wethouders uit
hun midden benoemd wordt, terwijl de overigen door
en uit den gemeenteraad worden gekozen.
Bij afwezigheid of ontstentenis van den Voorzitter
wordt deze door een der andere leden van het College
van Burgemeester en Wethouders vervangen.
Art. 2. De Voorzitter en de leden treden jaarlijks op
den 1 sten October af, of zoo het bedrijf eerder mocht
worden opgeheven, op den dag der opheffing.
De aftredenden zijn terstond weder benoembaar.
In de maand September wordt voorzien in de ver-
vulling der op 1 October daaropvolgend openvallende
plaatsen.
Art. 3. De leden kunnen door den Gemeenteraad
tusschentijds, dus vôör het tijdstip hunner aftreding,
worden ontslagen.
Behoudens het geval, dat zij ophouden leden van
den Gemeenteraad te zijn, blijven zij, bij tusschentijd-
sche ontslagaanvrage, in functie. totdat hunne opvol-
gers hunne benoeming hebben aangenomen.
Art. 4. Zij vergadert minstens éénmaal per maand
en voorts zoo dikwijls als zulks door den Voorzitter
of een der leden noodig wordt geoordeeld.
Hare vergaderingen worden belegd door den Voor-
zitter, die zorgt, dat elk lid in den regel ten minste
twee maal vier en twintig uur voor het houden eener
vergadering, schriftelijk wordt opgeroepen, zooveel
mogelijk met vermelding der in die vergadering te
behandelen onderwerpen.
Art. 5. Door Burgemeester en Wethouders wordt
een Secretaris aan de Commissie toegewezen
Art. 6, Zij mag niet beraadslagen of besluiten zoo
niet buiten den Voorzitter een lid tegenwoordig is.
Bij staken van stemmen beslist de Voorzitter.
Art. 7. Zij staat het College van Burgemeester en
Wethouders bij in het beheer van- en de zorg voor
het distributiebedrijf. Zij doet aan Burgemeester en
Wethouders alle zoodanige voorstellen, als zij in het
belang van dat bedrijf nuttig en noodig zal achten.
