5 October 1916
gestelde gevai pCt
2. De ten laste van het bedrijî komende vergoe-
ding voor het gebruik van gemeente-eigendommen,
wordt bepaald door Burgemeester en Wethouders,
Art. 7. De inrichting en het bijhouden der boek-
houding van het bedrijf geschiedt naar de beginselen
van het dubbel boekhouden.
Art. 8. De boekhouder kassier i,s verplicht te
allen tijde aan Burgemeester en Wethouders, aan de
Commissie van Bijstand en aan den Chef van het
bedrijf inzage te geven van alle boeken en bescheiden
betreffende de administratie van het bedrijf en hen
tot kasopneming in staat te stellen.
Art. 9. Het onderzoek der boeken en het opnemen
der kas geschiedt ten minste eenmaal in de drie maan-
den door de Commissie, Deze brengt van hare be
vindingen verslag uit aan Burgemeester en Wethouders.
Art, 10. Alle betalingen van het bedrijf geschieden
door den boekhouder-kassier, op behoorlijke kwijtings-
bewijzen, nadat de daarbij behoorende rekeningen en
andere bescheiden door den Chef van het Bedrijf
voor ,.Fiat betaling" zijn afgeteekend.
Art. 11. De invordering van alle ontvangsten en
inkomsten van het bedrijf geschiedt door den boek-
houder-kassier op door hem geteekende kwijtingsbe-
wijzen'
Art. 12. 1. De Chef van het bedrijf zorgt, dat de
boekhouder kassier, als hij meer dan een door Bur-
gemeester en Wethouders te bepaien bedrag in kas
heeft, dit stort in de gemeentekas,
2. Van de uit de gemeente-kas ontvangen en in
die kas gestorte gelden wordt aanteekening gehouden
in een register. dat telkens door den Gemeente-Ont-
vanger en den Boekhouder-kassier wordt afgeteekend.
Art. 18. Bij behoefte aan kasgeld wordt dit door
den Chef van het bedrijf aan Burgemeester en Wet-
houders aangevraagd.
Art. 14. De Boekhouder-kassier biedt jaarlijks vöör
1 Mei aan Burgemeester en Wethouders in tweevoud
aan:
JîC