15 November 1916
5
8. Voor het onderhoud, waaronder geene ver-
nieuwing wordt verstaan, gedurende vijflig achtereen-
volgende jaren van de zerken in het eerste lid onder
A bedoeld is verschuldigd vijftig gulden in eens voor
elke grafstede van M. 2X1, v°or grootere afmetingen
naar verhouding
9. Voor het onderhoud, waaronder geen vernteu-
wing wordt verstaan, gedurende vijftig achtereenvol-
f^ende jaren van de zerken in het eerste Iid onder B
bedoeld is verschuldigd vijf en zeventig gulden ineens
voor elke grafstede van M. 2X1- voor grootere afme-
tingen naar verhouding
10. Voor het onderhoud, waaronder geene ver-
nieuwing wordt verstaan gedurende vijftig achtereen-
volgende jaren van de hek- of kettingwerken in het
eerste lid onder C bedoeld is verschuldigd veertig
gulden ineens voor elke grafstede van M 2X1, voor
grootere afmetingen naar verhouding.
11. Voor het onderhoud, waaronder geene ver-
rrieuwing wordt verstaan gedurende vijftig achtereen
volgeide jaren van de staande zerken in het eerste
Itd onder D bedoeld is verschuldigd vijftig gulden in-
eens voor elke zerk van M. 2X1 °P eene grafstede,
voor grootere zerken naar verhouding.
12. Voor het onderhoud, waaronder geene ver-
nieuwing wordt verstaan, geriurende vijfiig achtereen-
volgende jaren van de grafkelders in het eerste lid
onder E bedoeld is verschuldigd veertig gulden in
eens voor elke grafstede van M 2\\, voor grootere
afmetingen naar verhouding.
13 Wordt van de bepalingen van het 8ste 9e lOe
en 1 1 e lid van dit artikel gebruik gemaakt. dan ver-
valt voor die zerken of monumenten het recht ver-
meld in het eerste lid van dit ariikel onder A, B, C
of D en wordt van de bepaling van het 12e lid van
dit arlikel gebruik gemaakt, dan vervait voor die graf-
kelders het recht vermeld in het eerste lid van dit
artikel onder E.
14. De berekening van het te betalen bedrag bij
den afkoop van het onderhoud voor 50 achtereenvol-
gende jaren van hek- of kettingwerken en grafkeldeis
-reschiedt op dezelfde wijze als de berekening van
het jaarlijksch recht voor hek of kettingwerken în het
3e lid en van het jaarlijksch recht voor grafkelders in
het 4e lid met dien verstande dat dan het quotient