15 November 1916
14
De heer Peeperkorn meent, dat de geheele bevoegd-
heid aan Burgemeester en Wethouders moet blijven,
want, wordt zij aan deskundigen opgedragen, dan zou-
den er misschien moeielijkheden uit kunnen voortko-
men dan zou de rechter bij een eventueel proces
weer andere deskundigen kunnen benoemen, die wel-
"cht yan een ander oordeel zijn als aan hét college
de feitelijke beslissing blijft, is gevaar hiervoor uitge-
sloten.
De heer Mr Van Tienhoven zegt, dat de heer [)r.
Droog en spreker vrijwel hetzelfde bedoelden en wil
met de woorden „zoo noodig op advies van ter
zake deskundigen'', accoord gaan
De Voorzitter antwoordt den heer Peeperkorn, dat
docr opname van de woorden ,,naar het oordeel van
Burgemeester en Wethouders in het eerste lid, ook
al zou de rechter eene andere meening zijn toegedaan
dit het College blijft, dat onbeperkt eischen heeft te
s'ellen. Dat zij bevoegd zijn het advies van deskundi-
gen in te winnén, doet hunne beslissing niet te kort,
maar ter wille van den spoed kan de verplichting om
het oordeel van anderen te vragen. soms niet gewenscht
zijn.
üe heer Van Tienhoven verklaart alle'en de bevoegd-
heid aan Burgemeester en Wethouders te willen
geven.
IJe Voorzitter antwoordt, dat dit feitelijk reeds vol-
gens het prae-advies mogelijk is.
De heer Honig is van meening, dat Burgemeester
en Wethouders tpch reeds het recht hebben bij voor-
komende quaestie's deskundigen te raadplegen, zoodat
de wijziging overbodig is
De Voorzitter bevestigt dit, maar zegt tevens, dat
als de clausule van den heer Dr. Droog wordt opge-
nomen, de Paad de bevoegdheid van Burgemeester
en Wethouders erkent en dat zij dus bij eene eventu
eele aanvrage om crediet voor adviezen zij sterker
staan, omdat zij kunnen verwijzen naar eene verorde-
ning, waarin hunne bevoegheid duidelijk is geformu-
leerd.
De heer Dr, Droog meent op grond hiervan, dat
Z'jn voorstel moet doorgaan; de'heer Mr. Van Tien-
hoven sluit zich hierbij aan,
De heer de Wilde acht het niet noodig, Burgemees-