15 November 1916
9
De heer Mr. Van Tienhoven meent, dat die vanzelf
onder het voorstel Tromp vallen, omdat zij f 6.80 per
week verdienen.
De Voorzitter wil het voorstel van den neer Tromp
nu in stemming brengen, onder mededeeling, dat de
bedoeling is, dat de lantaarnopstekers er onder vallen.
De heer Honig acht niet gewenscht. onder het
voorslel te begrijpen de lantaarnopstekers, omdat deze
een geheel afzonderlijke categorie vormen.
De heer Waller deelt mede, dat hij als werkgever
bij de E. S M. den algemeenen duurtetoeslag in
praktijk heeft gebracht, en niet omdat de E. S M dat
zoo gemakkelijk kan doen, want dit is inderdaad ni'.i
zoo. maar omdat eene enquête heeft bewezen, dat
een toeslag werkelijk billijk is.
De heer Van Meeuwen wil onder de ongehuwden
nofr de kostwinners onderscheiden b v. hen. die hun
moeder of het ouderlijk gezin gehêel te onderhouden
hebben, opdat ook hun de toeslag worde uilbetaald.
De h'eer de Wilde zegt, dat dezen reeds als hoof-
den van gezinnen worden aangemerkt
De Voorzitter brengt het voorstel van den heer
Tromp in stemming, hetwelk met 9 tegen 4 stemmen
wordt verworpen. Voor sternden de heeren Droog,
Trornp, Tates en Waller.
De lieer de Wilde dient nu een voorstel in, dat alle
ongehuwde beambten, ambtenaren, losse en vastewerk-
lieden (de losse werklieden ecliter met een diensttijd
van een jaar of langer) een duurtetoeslag zullen krijgen
van f 5.- wanneer zij een maximum loon hebben van
f 7 per week.
De heer Peeperkorn gevoelt wel voor het voorstel,
maar zou er de lantaarnopstekers niet onder wenschen
begrepen te zien.
De heer Van Houten merkt op, dat zooals de heer
de Wilde reeds zeide, de losse werklieden het ge-
heele jaar meer loon dan de vaste hebben ontvangen,
zi. behoeven die nu niet nog eens bovendien een
duurtetoeslag te ontvangen, en in geen geval een gé-
lijken
De heer Honig acht dit eveneens niet billijk.
De heer de Wilde zegt, dat voor de' losse werklie-
den ook het criterium van het maximum loon van
f 7.per week geldt.
De heerVan Houten laat nu zijn bezwaar vervallen,