December 1916
5
dienst moeten komen, zijn verplicht daarvan tijdig aan
het gemeentebestuur kennis te geven.
Behoudens de gevallen. in het laatste lid van dit
artikel bedoeld, wordt hunne jaarwedde gedurende hun
verblijf onder de wapenen of in werkelijken dienst ge-
heel ingehouden. a-
Onderwijzers, die ingevolgo 'not bopaaldc bi| artik'd
18ô dorGrondwot,nrtikelH-thI 11141, u ih cIl iin*
snudo,1 '11 bisof 1 i.der Militiewet 1901, lûritctolijk
e f /t^T si^ nS/ -
prftwijziird foij ilt^Wet LlgcgmhprÎQM^ (3taats»
blnd No.393-hof nrtikel II dor Landwoorwot ondor
-dewapentfnofin werk.elijb.en dienst aijn, blijven in/-jp
ix- yp
het volle genot van de aan hunne betrekking ver
bonden jaarwedde.
Art. 12.
De betaling der jaarwedden geschiedt maandebjks.
Bij ontslag wordt de jaarwedde betaald tot den dag,
waarop het ontslag ingaat
Bij overlijden wordt de jaarwedde b.oto
eerhten dag van het k.vartnal, volgondo op dnt.
tnold tot don
wotir
in het overlijdan heeft plaato gehad.
Art. 1S.
Waar deze verordening niet uitdrukkelijk van man-
nelijke onderwijzers spreekt,worden met „onderwijzers
evenzeer onderwijzeressen bedoeld.
■?es/<r
■r/<-/r
t? t7
Art. 14.
Deze verordening wordt geacht in werking te zijn
getreden met I Januari 1917.
Op dat tijdstip vervallen alle verordeningen en be-
sluiten, betreffende de in deze verordening geregelde
onderwerpen.
Deze verordening zal vôör 1 Januari 1927 worden
herzien.
Gedaan ter openbare vergadering van den Raad
der gemeente Heemstede van den Dec. 1916,
De Voorzitter, De Secretaris,
