11 December 1917
Wethouders vo!komen|overeenkomstig de verordening
hebben gehandeld. Spreker behoeft niet den brief van
Van der Eijken te verdedigen, omdat hij daar geheel
buiten staat en die dan ook terzijde kan worden ge-
legd. Burgemeester en Wethouders hebben alleen ge-
weigerd, omdat ze geen aanleiding konden vinden af-
wijking te verleenen van de verbodsbepaling gesteld
in art 9 der Bouw- en Woningverordening. Spreker
leest deze verbodsbepaling voor waarin vermeld
wordt dat het verboden is te bouwen anders dan het-
zij aan bij de inwerkingtreding dezer verordening be-
staande en volgens het oordeel van Burgemeester
en Wethouders in goeden staat vari onderhoud ver
keerende straten, hetzij aan straten, aangeiegd ter
plaatse, volgens de afmetingen, in de richting en ter
hoogte door den Gemeenteraa"d bepaald en goedge-
keurd en bij afzonderlijk Raadsbesluit voor den open-
baren dienst bestemd.
Door Burgemeester en Wethouders kan in bijzon-
dere gevallen vrijstelling worden gegeven van de
verbodsbepaling sub 2o omschreven, onder de daar-
bij te stellen voorwaarden. Die vrijstelling kan onder
meer verleend worden voor het bouwen van boeren-
hofsteden villa's, tuinhuizen, bloembollen en andere
schuren'", en zegt dat Burgemeester en Wethouders
op grond daarvan meenden voor deze exploitatie van
woningen, onverschillig of dat arbeiderswoningen zijn
of niet, geen vergunning te mogen verleenen om die
te zetten aan een erf van een particulier. Het laantje
wordt niet beschouwd als een weg maar als een ge-
deelte van een particulier erf, dat toevallig verhard
is, en waarvan de eigenaar aan anderen 't recht van
overgang heeft verleend. Er rust dus een servituut op
ait laantje alleen voor de aangrenzende eigenaren.
Evengoed had hier een weg door eene weide kunnen
zijn als een verhard pad zooals het Cloosterpad,
dat door het weiland naar het Kanaal loopt. 't Recht
van overgang over een pad stempelt dit pad nog
niet tot weg, en de eigenaar heeft dan ook 't vol-
ste recht om dit pad smaller te maken tot 2 Me-
ter breedte of gedeeltelijk open te graven. Spreker
zegt dat verder moet worden gezien en dat wanneer
dit toegestaan wordt, men aan 't een ander niet mag
weigeren. 't Gevolg zou dan ook niet uitblijven, dat
de ongelukkige toestanden van vroeger weer terug-
keerden, toen ieder maar een huis bouwde, waar hij
dat wenschte. Spreker acht dit