69
ij December 1917
Art. 8.
De ontvangsten en uitgaven van het bedrijf worden
afgescheiden van die der gemeente beheerd.
Leveringen en diensten van bedrijven onderling en
van bedrijven aan de gemeente of omgekeerd, worden
aan en door het bedrijf vergoed, alsof zij ten behoeve
van een derde hadden plaats gehad.
Art. i.
De gemeente verstrekt tegen parikoers de noodige
gelden voor het onderhoud en de uitbreiding van de
aan het bedrijf behoorende roerende en onroerende
goederen, voor uitbetaiing van arbeidsloonen en ver-
dere schulden.
De rente over de door de gemeente verstrekte
gelden wordt door Burgemeester en Wethouders be-
paald naar de voorwaarden, waarop door de gemeente
zelve geleend is.
A rt. 5.
Door het bedrijf gemaakte winst, waaronder wordt
verstaan het bedrag waarrnede de gezamenlijke baten,
de gezamenlijke lasten, met inbegrip der afschrijvin-
geri overtreffen, wordt afgedragen aan de gemeente;
geleden verlies, waaronder begrepen de rente en de
verplichte aflossingen der door de gemeenîe ten be-
hoeve van het bedrijf gesloten ieeningen, wordt door
de gemeente aangezuiverd.
Art. 6.
Het admiriistratitf en financieel beheer is eveneens
aan den Gemeente-Opzichîer opgedragen.
Hij zal tot het nemen van maatregelen. waarvan de
geldelijke gevolgen een bedrag van f 50te boven
gaart, voor zoover diî de uitgaven betreft, machtiging
moeîen hebben verkregen van Burgemeester en Wet-
houders. Verkoopsaangelegenheden moeten aan de
goedkeuring van Burgemeester en Wethouders worden
onderworpen. Voorzoover de beschikbare gelden een
door Burgemeester en Wethouders vast te stellen be-
drag overschrijden, worden zij bij den Gemeente-Ont-
vanger gestort Onder door hen te stellen waarbcrgen
en gedurende een door hen te bepalen aantal dagen,
mag een grooter dan het vastgesteîde bedrag in kas
worden gehouden.