69
lj December'1917
Art. 7.
De boeken worden, volgens de nadere aanwljzing
van Burgemeester en Wethouders zoodanig gehouden.
dat daaruit de ontvangsten en uitgaven van het bedrijf
en de inkomsten der verschillende onderdeelen duide-
lijk en zoo nauwkeurig mogelijk blijken.
De afschrijving op de onderscheidene bezittingen
van het bedrijf geschiedt volgens eene tabel, waarop
de afschrijvingen worden uitgedrukt in honderdsten
van de aanschaffingswaarden dier Jjezittingen. Deze
tabel wordt door Burgemeester en Wethouders vast-
gesteld en aan den Raad medegedeeld en ten minste
eenmaal in de vijf jaren herzien.
Een bedrag, gelijk aan dat der afschrijvingen kan
behoudens goedkeuring van den Raad worden bestemd
voor aflossing van leeningsschuld of voor uitbreiding
van het bedrijf of van het bedrijfskapitaal.
Art. 8.
De Gemeente-Opzichter geeft aan Burgemeester en
Wethouders, zoo dikwijls zij dit vorderen, inzage van
boeken en kas van het bedrijf.
De boeken worden tenminste eenmaal in de drie
maanden nagegaan en de kas opgenomen.
Burgemeester en Wethouders zijn bevoegd dit aan 1
één hunner of aan een door hen aangewezen ambte-
naar of accountant op te dragen.
Art. 9.
Ontvangsten geschieden tegen kwijtingsbewijzen ge-
teekend door den Gemeente-Opzichter.
Hij mag geene rekeningen of declaratiën voldoen
of uitbetaling doen van arbeidsloonen of loonstaten
zonder dat deze zijn voorzien van het visum van den
Burgemeester.
Art. 10.
De. Gemeente-Opzichter wordt bij ongesteldheid
afwezigheid of ontstentenis vervangen op de wijze,
door Burgemeester en Wethouders te bepalen.
Art. 11.
Alle aan het bedrijf verbonden werklieden worden