19
27 Maart 1918
9
vorige lid, kan niet meer dan vijf ten honderd van het
inkomen en niet meer dan f 100,— worden afgetrok-
ken.
Ter zake van onderhoud en opvoeding van minder-
jarige kinderen is geen aftrek toegelaten.
Art. 19.
Aan ieder, die vermoed wordt belastingplichtig te
zijn, wordt in de maand. in welke het belastingjaar
aanvangt, een beschrijvingsbiljet gezonden. Het model
van het beschrijvingsbiljet wordt door Burgemeester
en Wethouders vastgesteld. leder belastingplichtige is
verplicht door het beschrijvingsbiljet naar waarheid in
te vullen en te onderteekenen, aangifte van zijn zuiver
inkomen te doen.
De verplichting tot het doen van aangifte wordt op r
geheven door het verzoek om ambtshalve aan-
geslagen te worden. /f^"*//
Voor minderjarigen en onder curateele gestelden
geschiedt de aangifte door den voogd of door den jp-
curator.
het beschrijvingsbiljet wordt teruggehaald. echter
niet vroeger dan veertien dagen na de bezorging Hij.
wiens woonplaats niet in deze gemeente is gevestigd,
is verplicht het biljet binnen 30 dagen na de uitreiking
ingevuld en onderteekend ler gemeentesecretarie te
bezorgen of te doen bezorgen.
Hij, wiens beschrijvingsbiljet dertig dagen na de
uitreiking of toezending niet is teruggehaald of terug-
gezonden, is verplicht het uiterlijk acht dagen na het
verstrijken van dezen termijn ter secretarie te bezor-
gen of te doen bezorgen.
Hij, die een maand na den aanvang van het belas-
tingjaar geen beschrijvingsbiljet mocht ontvangen heb
ben en toch belastingplichlig is, is verplicht binnen
acht dagen ter gemeentesecretarie een beschrijvings-
biljet aan te vragen en dit vöör den vijftienden der
maand. volgende op die waarin het belastingjaar is
aangevangen, ingevuld en onderteekend aldaar te be-
zorgen of te doen bezorgen.
I
i