19
27 Maart 1918.
10
Art. 20.
Aan ieder die na de algemeene beschrijving in art.
19 vermeld, belastingplichtig is geworden, wordt zoo
spoedig mogelijk een beschrijvingsbiljet gezonden.
Hij, die binnen vier weken na den dag, waarop ver-
moedelijk de belastingplicht is ontstaan, geen beschrij-
vingsbiljet heeft ontvangen. is verplicht onverwijld zoo-
danig biljet ter gemeentesecretarie aan te vragen.
Hij. aan wien ingevolge het bepaalde bij dit arlikel
een beschrijvingsbiljet is uitgereikt, moet dat binnen
30 dagen na de uitreiking ingevuld en onderteekend
ter gemeentesecretarie bezorgen of doen bezorgen.
Art. 21.
Bij het opmaken van de kohieren wordt door Bur-
gemeester en Wethouders en bij het vaststellen van
de kohieren wordt door den Raad met inachtneming
van het bepaalde bij de artt 3 tot en met 18 dezer
verordening het zuiver inkomen der belastingplichtigen
geschat.
Zij zullen daarbij letten op de door de belasting
plichtigen ingevulde beschrijvingsbiljetten.
Uit de kohieren moet blijken of de schatting al of
niet overeenstemt met de gedane aangifte.
Art, 22.
Bijaldien eenig feit grond oplevert voor het ver-
moeden, dat een aanslag ten onrechte is achterwege 'ta.c.ooZ
gebleven of vernietigd, of dat een te lage aanslag is
opgelegd, kan de te weinig geheven belasting van
den belastingplichtige //©fzijneorfgonamen worden 'f
nagevorderd bij suppletoire kohieren, zoolang niet
sedert den aanvang van het belastingjaar drie jaren
zijn verstreken.
Art. 23.
Van het zuiver inkomen van iederen belastingplich-