21
ALGEMEEN REGLEMENT YOOR DE
AMBTENAREN IN DIENST DER
GKMEENTE HEEMSTEDE
27 Maart 1918.
Benoeming
Artikel 1.
1 De benoeming van ambtenaren kan aanvankelijk
voo'r een bepaalden tijd, niet langer dan een jaar,
g 2 Eene tiidelijke aanstelling wordt bij gebleken
geschiktheid binnen een jaar door eene Yaste aan"
stelling vervangen.
Indien op eene tijdelijke aanstelhng eene vaste aan-
stelling volgt, dan wordt ook die tijdelijke diensttijd
voor periodieke verhooging in aanmerking genomem
3. De ambtenaren moeten voor hunne aanstelling
door den aangewezen gemeentearts geneeskundig on-
derzocht en geschikt zijn bevonden.
Diensttijd.
Art. 2.
1. Als diensltijd komen voor de berekening der
periodieke verhoogingen ook in aanmerking de jaren
doorgebracht in dienst van andere gemeenten. voor
zoover deze medetellen voor de bereken.ng van het
pensioen ingevolge de Pensioenwet voor de Gemeen-
teambtenaren 1913
2. Bij bevordering in rang m de gemeente Heem
stede worden de ambtenaren in het vervolg als rege
aangesteld op de minima, genoemd in de betrekkelijke
salarisverordening.
3. Bevordering in rang zal voor den betrokken
ambtenaar nitnmer tengevolge hebben, dat hij financt-
eel in een minder gunsiige positie komt
4. De periodieke verhoogingen en verdere rege ing
worden in het sub 3 bedoelde geval met in achtne-
ming van de gestelde loongrenzen door Burgemeester
en Wethouders geregeld.
lngang verhoogingen,
Art. 3.
1 De verhooging der jaarwedden gaat in
a wegens diensttijd, met den eersten dag der maand
volgende op die. waarin de vereischte diensttijd ts
volbracht