22
VERORDENING REGELENDE DEN RANG,
HET AANTAL, DE AAN8TELLING EN
DE BEZOLDIGING VAN DË AMBTENA-
REN IN DIENST BIJ OPENBARE WERKEN
27 Maart 1918
Indeeling
Arlikel 1.
Bij den dienst van openbare werken zijn als amh-
tenaar werkzaam
a. Gemeente Opzichter
b. Adjunct-Opzichter
c. Teekenaar.
Bezo/diging.
1. De jaarwedden zullen bedragen
a. voor den gemeente opzichter f 2200 f 2650.
b. voor den adjunct-opzichter f 1550 f 2000.
c. voor den teekenaar f 1050 f 1500.
2. Bij gebleken geschiktheid, ijver en getrouwe plichts-
betrachting, ter beoordeeling van Burgemeester en
Wethouders worden de wedden van de bovengenoem-
de ambtenaren, die van de sub b en c genoemde na
overleg met den Gemeente Opzichter, verhoogd met
f 75.telkens na volbrachten twee jarigen diensttijd
tot hel maximum is bereikt.
3. Van de jaarwedde van den gemeente opzichter
wordt een bedrag van f 300.— per jaar ten laste van
den gemeentelijken reinigingsdienst gebracht voor
zoolang deze dienst door de gemeente als een bedrijf
wordt geëxploiteerd.
Aanstelling.
Art 3.
1. De Gemeente Opzichter wordt door den Ge-
meenteraad. op eene door Burgemeester en Wethou-
ders opgemaakte voordracht van minstens twee per-
aonen benoemd.
2. Het overige personeel wordt door Burgemees-
ter en Welhouders benoemd, geschorst en ontslagen
na overleg met den Gemeente Opzichter.
Toêlagen.
1. Aan den ambtenaar genoemd sub c in art. 1,
die in het bezit is van het diploma Bouwkundig Op-
zichter van de Maatschappij tot bevordering der Bouw-
kunst of van eene door Burgemeester en Wethouders
even hoog of hooger gestelde bevoegdheid kan daar-
1
Art. 2
Art. 4.