DUURTETOESLAG.
27 Maart 1918
De Raad der Geraeente Heemstede
Overwegende, dat het tengevolge van den abnornaal
opgevoerden levensstandaard noodzakelijk is den
duurtetoeslag na 1 April 1918 te bestendigen
Gehoord het voorstel van Burgemeester en Wet-
houders
Gelet op zijn besluit van 12 Juni 1917, no. 45;
BESLUIT
1 1o. Aan personen in vasten dienst der gemeente
of voorzien van eene voorloopige oî tijdelijke aan-
stelling of van een bewijs van aanneming in gemeen-
tedienst, over wier werktijd de gemeente ten volle
beschikt, een tijdelijken toeslag op hun salaris oî
loon te verleenen en wel
a aan hen, die de zorg hebben voor een wettig
gezin f 208,per jaar benevens f 26.voor ieder
van de wettige kinderen beneden 15 jaar
b. aan hen. die niet de zorg hebben voor een wet-
tig gezin f 104 per jaar
2o. aan personen in vasten dienst der gemeente
of voorzien van eene voorloopige of tijdelijke aan-
stelling of van een bewijs van aanneming in gemeen-
tedienst, over wier werktijd de gemeente niet ten
volle beschikt. worden zooveel /iesúgste gedeelten
van de bedragen onder a en b vermeld, naar gelang
zij wel of niet de zorg hebben voor een wettig gezin,
boven hun salaris of loon uitgekeerd als tijdelijke
toeslag. als zij uren per week in dienst zijn.
II. Door het Rijk toegekenden of eventueel toe te
kennen duurtetoeslag in mindering te doen strekken
van den toeslag toegekend krachtens dit besluit
III. Te bepalen
a. dat het onder lo en 2o omschrevene in wer-
kinp treedt op 1 April 1918 en zal gelden tot 1 April
1919
b. dat, indien man en vrouw beiden in dienst der
gemeente zijn, de toeslag slechts eenmaal en wel aan
den man za! worden uitgekeerd.
Gedaan ter openbare vergadering van den 27 Maart
1918.
Secretaris,