27 Maart 1918
44
stuit, waardoor de zaak op de lange baan geschoven
wordt.
De heer de Wilde vindt het verschil in loon tus-
schen een voorman-werkman bij paden en wegen en
een werkman bij die categorie te klein. Spreker zou
willen voorstellen om dezen voorman 2 cent per uur
en de andere voormannen 1 cent per uur meer te
geven. Ook het loon van den machinebankwerker
wordt door hem te laag geacht.
De Voorzitter merkt op, dat de categorie machine-
bankwerker ook door de Financieele Commissie is
genoemd.
De heer Tromp noemt het verschil in loon van
f 1 62 tusschen een gasstoker en een voorman-gas-
stoker te klein. Spreker zegt, dat zoo royaal Burge-
meester en Wethouders met de ambtenaren zijn, zoo
karig zijn ze met de werklieden en zou willen voor-
stellen om de loonen van alle werklieden nog met
f 2.te verhoogen.
De Voorzitter zegt er niet lang over te willen spre-
ken, of de voorgestelde loonregeling karig is te
noemen.
De heer Tromp noemt ze karig ten opzichte van de
amblenaren.
De heer Dr. Droog zegt, dat als de loonregeling
der werklieden karig is ten opzichte van die der amb-
tenaren, dat komt, doordat dezen tot nu toe steeds
te weinig hebben gehad en dal het daarom goed is,
dat dit verschil weg gemaakt wordt. Spreker meent,
dat de werklieden er gunstig voorstaan tegenover an-
dere plaatsen.
De heer Tromp zegt, dat er bij de werklieden ook
zijn, die bij andere piaatsen ten achter staan.
De heer Tates acht het minimum wel laag en vindt
dat dit in evenredigheid tot de ambtenaren hooger
moest zijn.
De heer Dr. Droog betoogt, dat de ambtenaren gedu-
rende langen tijd veel minder hebben verdiend dan in
andere gemeenten.
De Voorzitter wijst er op, dat het weekloon bij
vaste of voorloopige aanstelling direct 54 cent en bij
huwelijk nog eens 54 cent hooger wordt.
De heer Tates vindt het uurloon van 24 en 28 cent
voor de wachters te laag. vooral bij den Nacht- en
Zondagsdienst. Dit moest noodig 48 cent zijn.