27 Maart 1918 46 Verorden. 22 Verordening regelende den rang, het aantal, de ht aanstelling en de bezoldiging van de ambtenaren in bij Qpenb dienst bij openbare werken. werken. Indeeling enz. De heer de Wilde zou den Gemeenfe-Opzichter een even beter salaris willen geven, omdat deze al- tijd in de weer en nooit klaar is. De Voorzitfer anlwoordt, dat deze persoon tenge- volge van de unificatie gelijk gesteld is met andere ambteraren en wanneer aan dit salaris getornd wordt, zullen ook de andere moeten worden verhoogd. De heer Honig vraagt waar de teekenaar vandaan komt en of daar altijd wel werk voor is. De Voorzitter anlwoordt, riat deze er nog niet is maar er kan komen als 't noodig is Spreker wijst er op dat in de loontabelfen ook nieuwe categoriën zijn ingevoegd, waar nog geen personen voor zijn. De heer Tromp merkt op dat een teekenaar bij een particulier niet veel meer dan f 75per maand ver- uient. terwijl deze hier als minimum f 1050per jaar zal genieten. De Voorzitter gelooft niet voor f 75.per maand een goed teekenaar te kunnen krijgen. De heer Honig vreest, dat deze wel spoedig zal worden benoemd. Spreker verklaart zich tegen deze benoeming en stelt voor deze betrekking te schrappen. De heer Van Houten maakt de opmerking dat, als er veel werk is, Burgemeester en Wethouders toch tot aanneming van een teekenaar moeten overgaan al is het dan maar voor tijdelijk, daar het werk toch niet kan blijven liggen. De heer de Wilde vraagt, of er niet reeds gerui- men tijd zoo iemand is. DeVoorzitter antwoordt dat er met het oog op de vele werkzaamheden inderdaad reeds een tijdelijk teeke- naar is. De heer Van Houten zegt, dat al zou het voorstel van den heer Honig aangenomen worden de tijdelijke toch zoolang gehouden wordt, als hij noodig is. De Voorzitter acht het in het algemeen beter vast personeel te hebben. Het voorstel van den heer Honig wordt vervolgens

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Raadsnotulen Heemstede | 1918 | | pagina 13