27 Maart 1918
36
hetgeen niet meer dan billijk zou geweest zijn, en
herhaalt dat hij in 't belang van de werkverschaffing
heeft toegestemd.
De lieer Tates zegt. dat het reeds jaren la.ng een
onderwerp van bespreking heeft uitgemaakt om den
slechten toestand, waarin de weg verkeert, te verbe-
teren. Hij zou den weg thans op een grondige mamer
willen herzien en tevens een flink riool willen aan-
jeggen, waardoor de uitloozing op de vaart zou kun-
nen vervallen Zooals het voorstel nu luidf, vreest hij
dat de toestand niet heel veel zal verbeteren.
De Voorzilter deelt mede, dat eerst de bedoehng
was den weg te bestraten maar omdat dit ongeveer
25000.— moest koslen en geen bijdragen van parti-
culiere zijde kwamen, werd dit een te zwaar üiîer
geacht. Door den weg goed te begrinten, het profiel
le verbeteren de kuilen dicht te maken en een goot
le leggen aan den huizenkant kan de toestand be-
langrijk verbeterd worden en voor een groote reeks
vân5 jaren de weg in goeden toestand blijven Vervalt
men in het plan van rioleering dan wordt het veel te
duur. daar om een goeden toestand te verkrijgen het
rioolvocht te ver m oet worden weggevoerd. Anders
krijgt men verplaatsing van t vuil Spreker zegt dat
een tamelijk riool 35 f 40.000 zou kosten, terwijl daar
bovendien de bestrating nog bij zou komen. Zooals
't plan nu is zijn de kosten slechts f 5000.en wordt
een goede toestand verkregen die zeer lang goed
kan blijven, zooals bijv. de Giipperweg ook een goe-
de weg blijf.t.
De heer Tates kan zich niet voorstellen dat de weg
voor dat bedrag goed geinaakt kan worden.
De Voorziiter antwoordt dat de weg inderdaad goed
2a 1 worden. De weg wordt afgebikt, er komt een
voetptd langs de huizen, daarnaast een goot met af-
voerpijpen naar de Bleekersvaart. Nogmaals herhaalt
de Voorzitter dat de toestand veel zal verbeteren.
Het spijt de heer Tates wel, maar hij had zich een
flinke verbetering gedacht.
De Voorzitter zegt dat deze plannen alleen voor
verbetering van den weg zijn en denkt dat die wel
goed worden
De heer Tromp zegt, dat de heer Dr. Droog în
1916 heeft medegedeeld, dat Berkenrode er wel iets
voor over zou hebben. De Commissie stelde zich