30 September 1918
150
Hierna wordt het voorstel in stemming gebracht
om het crediet met f 1000.— te verhoogen, welk
voorstel met 9 tegen 4 stemmen wordt aangenomen.
Tegen stemden de heeren Jhr. van de Poll, Tates
Kapteijn en Honig. De heer Honig verklaart nader,
dat hij in zooverre er voor is om aan de Commissie
voor het Distributiebedrijf over te laten desnoods van
dit crediet gebruik te maken.
Distributie De heer Tates vraagt naar de mogelijkheid om
aardannelen beter foezicht op de voedingsmiddelen, vooral op de
aardappelen. Hier zijn veenaardappelen aangevoerd,
die totaal onbruikbaar bleken te zijn en toch aan de
menschen werden opgedrongen.
De Voorzitter deelt mede, dat er onlangs ook een
juffrouw aan het Distributibureau kwam met slechte aard-
appelen. Deze aardappelen zijn doorgesneden en ze
bleken onbruikbaar te zijn.
De heer de Wilde zegt, dat deze aardappelen naar
den Haag zijn opgestuurd.
De heer Tates meent dat de Gemeente vrij is om
de aardappelen terug te sturen.
De heer de Wilde zegt, dat ze dan toch evengoed
van het rantsoen worden afgetrokken.
De Voorzitter vindt het erg vervelend, dat de
menschen daardoor soms buiten aardappelen zitten.
De heer Tates vraagt, of er nu betere zullen
komen.
De Voorziiter antwoordt, dat dit geheel van de
Regeering zal afhangen. Getracht zal worden goede
te kriigen, maar ze kunnen hier niet goed gemaakt
worden.
De heer Jhr. van de Poll zegt gelezen te hebben,
dat het idee van de Regeering thans is, dat de le-
vensmiddelen uit het eigen district zullen komen.
De Voorzitter deelt mede, dat er nu in elke pro-
vincie eene Commissie zal komen. Kwamen de aard-
appelen maar uit de omgeving, dan was men hier
wel van eene goede kwaliteit verzekerd.
De heer de Wilde betoogt. dat de geheele opbrengst
van aardappelen in Noordholland voor deze provincie
nog niet toereikend is en dat men daarom aangewe-
zen is op andere provinciën Amsterdam alleen neemt
bijna alles uit de IJpolders en uit de Haarlemmer-
meer.