26 November 1918.
155
Aan den Raad.
Het bijgevoegd ontwerp-besluit luidt
82 Electricitciislevering door Haariem.
De Raad enz.
Volgens een overgelegden staat van wijzigingen,
wordt voorgesteld in dit ontwerp-besluit de volgende
wijzigingen aan te brengen
bladz, 1 sub 1o, 2e regel „nadere overeenkomst"
moet zijn tijdelijke overeenkomst".
bladz. 2, 13e regel „met ingang van den dag dat
bovenbedoelde kolenclausule van kracht wordt" moet
zijn ,,Gedurende den tijd, dat bovenbedoelde kolen-
clausule van kracht is".
bladz. 2, 23e regel „aangegane wijze" moet zijn
,,aangegeven wijze".
bladz 2, sub 2o. le regel „bedoe!de wijziging''
moet zijn „bedoelde aanvulling en wijziging''.
De heer Honig vraagt, of Haarlem dan wel Heem-
stede er over moet beslissen. wanneer eventueel een
billijke regeling kan worden getroffen met degenen,
die thans geen schikking willen of dat Heemstede de
schikking aan Haarlem moet voorstellen. Spreker acht
het in het belang van Haarlem, dat een schikking ge-
troffen wordt en zou denken, dat Haarlem met de
regeling van Heemstede genoegen moet nemen.
De Voorzitter antwoordt, dat Heemstede daarover
te beslissen heeft.
De heer Van der Plas wijst er op, dat Burgemees-
ter en Wethouders met het Gemeentebestuur van
Haarlem na verder gevoerde onderhandelingen tot
overeenstemming gekomen zijn. Haarlem gaat dus
met deze regeling accoord en een eventueele schik-
king met de bedoelde afnemers zal daarom voor
Haarlem verbindend zijn.
De Voorzitter zegt, dat elke schikking in het be-
lang van Haarlem zal zijn.
De heer Honig zegt, dat er staat „een billijke re-
geling'', de kwestie zou zich kunnen voordoen of de
regeling al of niet billijk is en wie dan moet beslis-
sen.
De Voorzitter antwoordt, dat dit ter beoordeeling
van Heemstede is.