39
GKLDLEENDîö TOT DEKKING&VAN
CBISISÜITGAVKN.
10 Juni 1919.
De Raad der gemeente Heemstede
Gezien het voorstel van Burgemeester en Wethou-
ders van 28 Mei 1919, no. 38
Gelet op de artt. 136 tn 194 der Gemeente»vet;
BESLUIT
Burgemeester en Wethouders te machtigen tot het
aangaan van eene geldleening ten laste van de ge-
meente Heemstede, tot een zoodanig nominaal kapitaal,
naar boven afgerond in duizendtallen, dat de gemeente
berekend tegen den koers waarnaar de leening wordt
aangegaan, ontvangt de som van een honderd en
veertig duizend gulden of zooveel meer als tengevolge
van de afronding in duizendtallen uitgekeerd moet
worden, zulks tegen eene rente van ten hoogste vijf
en een halr pCt. per jaar en verder op den grondslag
van de volgende bepalingen
lo. de gelden zullen worden opgenomen zooveel
mogelijk naar gélang deze benoodigd zullen zijn
2o. van de nominaal geleende hoofdsom zal op
nader door Burgemeester eri Wethouders in overleg
met den geldschieter vast te stellen datum jaarlijks
afgelost worden, te beginnen met het jaar 1920, een
bedrag van f 28000. zullende in 1925 worden afgelost
het nominaal bedrag dat boven f 140000.mccht
zijn ontvangen; de gemeente is echter bevoegd
telken jare een grooter bedrag af te lossen, mits daai-
van ten minste drie maanden te voren kennis gevende,
doch zal bij het doen van zoodanige buitengewoue
aflossing van dit bedrag vöör 1 Januari 1921 lert
hoogste een pCt. vergoeding betalen.
De sommen, welke boven de genoemde aflossings
bedragen worden terugbetaald, zullen worden afge-
schreven van den laatsten termijn der periodieke af-,
lossing.
8o. de betaling der rente zal jaarlijks plaats heb-
ben op een nader door Burgemeester en Wethouders,
in overleg met den geldschieter vast te stellen datum
of data, berekend naar een rentevoet van ten hoogste
vijf en een half procent per jaar, telkens over de op
die vervaldagen verschuldigde hoofdsom
4o, voor het sluiten der geldleening zal van het
opgenomen bedrag voor eens eene door Burgemees-