40
GELÜLEENING V00R HET GASBEDRIJE
EN ANDERE DOELEINDEN
10 Juni 1919.
De Raad der gemeente Heemstede
Gezien het voorstel van Burgemeestsr en Wethou-
ders van 28 Mei 1919, no. 38.
Gelet op de artt. 136 en 194 der Gemeentewet
BESLUIT
Burgemeester en Wethouders te machtigen tot het
aangaan van eene geldleening ten laste der gemeente
heemstede tot een zoodanig nominaal kapitaal, naar
boven afgerond in duizendlallen, dat de gemeente,
berekend tegen den koers waarnaar de leening wordi
aangegaan, ontvangt de som van een honderd duizend
gulden of zooveel meer als tengevolge vande afron
ding in duizandlallen uitgekeerd moet worden, zulks
tegen eene rente van ten hoogste vijf en een half
procent per jaar en verder op den grondslag van de
volgende bepalingen
io. de gelden zullen opgenomen worden zooveel
mogelijk naar gelang deze benoodigd zullen zijn
2o. van de nominaal geleende hoofdsom zal op
nader door Burgemeester en Wethouders in overleg
met den geldschieter vast te stellen datum afgelost
moeten worden te beginnen in het jaar negentien
honderd en twintig het nominaal bedrag, dat boven
f 100.000.is ontvangen en vervolgens jaarlijks te
beginnen in het jaar negentien honderd een en twln-
tig een bedrag van vijf duizend gulden, totdat de ge
heele aflossing zal hebben piaats gehad de gemeente
is echter bevoegd telken jare een grooter bedrag af
te lossen, mits daarvan ten minste drie maanden te
voren kennis gevende, doch zal bij het doen van zoo-
danige buitengewone aflossing van dit bedrag vöör
1 Januari 1925 ten hoogste een pCt. vergoeding be-
talen
Da sommen, welke boren de genoemde aflossings
bedragen worden terugbetaald, zullen worden afge-
schreven van den laatsten termijn der periodieke af-
lossing.