2 September 1919. 109 Ook met dat Ioon ,zal nog zoo zuinig mogelijk moe- ten worden gehandeld. Worden de tijden beter, dan zullen ze alleen een klein beetje weelde hebben, doch die weelde mag men een werkman ook wel gunnen. Oe heer Tromp verklaart zijn gedachten te hebben uitgedrukt in het rapport der Financieele Commissie en kan zich geheel aansluiten bij de keurige verdedi- ging van de heeren Van der Erf en Vring. Het groote verschil in grondloon tusschen de vaklHden en de poli'iieagenten is niet gewenscht. Spreker acht een goed vakman minstens even hoog als een politieagent. Hij heeft meermalen uitgedrukt dat het loon voor de werklieden te laag is voor deze welvarende gemeente, die daarmede aan de spits behoorde te staan zooals met de salarieering van de ambtenaren en van de po- litie. Spreker heeft daarom voorgesteld de loonen van aîle categorieën met f 2.25 per week te verhoogen. De Voorzitter zegt, dat het voorstel van de heeren Van der Erf en Vring verder strekkend is. De heer Tromp gunt dezen heeren gaarne die eer. De Voorzitter zegt, dat de loonen den vorigen keer nauwkeurig zijn bekeken en met de hoofden van tak- ken van dienst zijn besproken. Burgemeester en Wet- houders hebben daaroin geen aanleiding gevonden. I)e opmerking van den heer Van der Erf betreffende het reëele loon is niet juist, omdat de prijzen der levensbehoeften inet 85 pCt. zijn gestegen en de loonen met 120 pCt,. Wat betreft de opmerking omtrent den achteruitgang der groote gezinnen, rnerkt Spreker op dat de loonregeling zoo getroffen is, dat niemand in loon achteruit ging De heer Peeperkorn zegt, dat dit zelfs niet mocht. De Voorzitter zou, ingeval de heer Van der Erf zoo iemand weet, dit gaarne vernemen. De heer Van der Erf moet erkennen, dat hij zich iets onjuist heeft uitgedrukt. Er zijn werklieden, die in loon achteruit gingen, maar dat tekort werd er weer bijgedaan. De loonregeling alszoodanig was dus onvol- doende. De Voorzitter zegt, dat tevoren eene regeling met duurtetoeslag bestond, waardoor de grootere gezinnen een grootere uitkeering genoten. De nieuwe loonrege- ling staat op een andere basis. Wat ze te kort zouden krijgen, wordt bijgepast, zoodat financieel niemand is achteruit gegaan. De heer Van der Erf vindt dat de groote gezinnen meer loon moesten hebben gehad. Door de nieuwe loonregeling hebben de groote gezinnen, dus de meest nooddruftigen, geen loonsverhooging gehad.

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Raadsnotulen Heemstede | 1919 | | pagina 23