27 Nsvember 1819.
- 167
De heer Van der Erf zegt. dat dit badhuis dan zou
kunnen vervallen.
De heer Dr. Droog wijst er op, dat de zwemvijver
alleen des zomers geopend is, zoodat men 's winters
daar geen douchebad kan nemen.
De Voorzitter acht het beter een nieuw badhuis te
stichten.
De heer Van Unen vraagt, of het niet mogelijk is,
nog meer kleedkamertjes bij te bouwen als ten min-
ste de ruimte dit toelaat.
De heer Dr. Droog deelt mede, dat dit meermalen
overwogen is, op bepaalde tijden is de toeloop zeer
groot, men vreest als er nog meer geplaatst worden,
dat dit de zwemvijvers erg zou ontsieren. Men heeft
daarom gemeend het nog zoo te laten blijven.
De Voorzitter zegt, dat er eens een grens aan den
toeioop komt.
De heer Van der Erf vraagt, om de zwemtijden iets
te veranderen, zoodat er meer gelegenheid eri meer
tijd is voor kosteloos zwemmen.
De Voorzitter vraagt, of de grootste toeloop is in de
kostelooze uren of ook wel in de andere uren.
De heer Dr. Droog antwoordt, dat zijn indruk is.
dat voldoende gelegenheid wordt gegeven voor koste-
loos zwemmen en deelt mede, dat ook op andere
uren de toeloop groot is, hetgeen de heer Van Unen
bevestigt.
De Voorzitter zegt, dat wanneer er werkelijk zooveel
gebruik van wordt gemaakt men den knoop zou moe-
ten doorhakken, en een derden zwemvijver aanleggen.
Dit zou op 't oogenblik erg duur zijn, maar üaar-
tegenover staat de lichamelijke ontwikkeling en ge-
zondheid.
De iieer Dr. Droog deelt mede, dat ook dit in de
Commissie al is overwogen.
De heer Tromp vraagt, of het enkel Heemsteders
zijn, die hier die groote drukte maken.
De Voorzitter zegt, dat de zwemmers ookuitandere
gemeenten komen zooals Haarlem en Bloemendaal.
De heer Trotnp denkt, dat het meest Haarlemmers
zijn,
De Voorzitter deelt mede, dat ze zelfs uitZandvoort
komen om hier te zwemmen. üe meesten die van
buiten komen, zijn echter uit Haarlem.