27 Februari 1920
49
De heer Dr. Droog veronderstelt, dat de Voorzitter
een redelijk mensch is, die aan het verzoek ook zoo-
veel mogelijk gevolg zal geven. Aan den anderen kant
is het een tegenwicht voor sommige ieden, die maar
voortdurend willen vergaderen.
De heer Tates zegt, dat de mogelijkheid bestaat en
dat de voorgestelde toevoeging dan wel eens goed zou
kunnen zijn.
De heer Van der Erf had dit ook aangeteekend. Spre-
ker vraagt, welke uitleg wordt gegeven aan de woorden
„zooveel mogelijk."
De Voorzitter antwoordt„als het eenigszins kan,
dat hij het dan doet"
Als het een aangelegenheid betreft, die eerst door Bur-
gemeester en Wethouders moet besproken worden,
dan zal de Vergadering eve'n moeten worden
opgehouden, doch het is niet de bedoeling de zaak op
de länge baan te schuiven.
De heer Van der Erf gaat hiermede accoord.
De heer Waller vraagt, of het geen aanbeVeling zou
verdienen er bij te zetten, dat een dergelijk verzoek
schriftelijk moet worden ingediend met vermelding
Van de redenen.
De Voorzitter zegt, dat dit in een van de volgende
artikelen geregeld is,
l<e heer Vring zou aan het artikel nog willen toe-
voegen „De vergaderingen worden als dienst aange-
merkt".
De Voorzitter vraagt: wat verstaat u onder dienst".
De heer Vring antwoordt, dat het bijwonen der ver-
gaderingen geen verzuim voor de werklieden betee-
kent.
De Voorzitter licht toe, dat het de bedoeling' is dit
verzuim te vergoedên. Hij zal er zich tegen verzetten,
om dit als dienst aan te nemen. Dit acht hij een ge-
vaarlijke redactie, omdat men dan in overuren zou
vervallen. Alleen de urén van: den werkroostér, welke
worden v'erzuimd, zullen worden vergoed.
De heer Vring hoopt, dat wanneer er vergadering
is, geen hinderpalen in den weg worden gelegd om
de vergadering te bezoeken.
De Voorzitter denkt niet, dat dit zal gebeuren. Zoo-
ver is er nog wel controle
De artt. 5 tot en fflet 16 jyörden hierna zonder
hoofdelijke stemming ongewijzigd vastgesteld.