27 Februari 1920
56
De heer Van Unen vreest een heel andere Commissie
te zullen krijgen. Oorspronkelijk zou het zijn een Com-
missie van heemsteders, maar als het wordt vastge-
steld zooals nu wordt voorgesteld, wordt het een
Commissie van hoofdbestuurders en raadsmannen, met
âlleilei menschen dus.
De heer Waller zegt, dat deze niets in de vergade-
ring te zeggen hebben.
De heer Van Ur.en herhaalt, dat het een heel andere
Commissie wordt, tenzij die hoofdbestuurders en raads-
lieden niet aan de discussies deelnemen.
De heer Tromp stelt voor bij art. 3 te bepalen, dat
de afgevaardigden der landelijke bonden zichdooreen
raadsman kunnen doen bijstaan.
De heer honig vraagt, of het 2e lid er dan uit valt.
De Voorzitter antwoordt, dat dit blijft.
Het voorstel van den heer Tromp wordt in stem-
ming gebracht. De uitslag der stemming is, dat met
6 tegen 6 stemmen, er staking van stemmen over het
voorstel is. Tegen stemden de heeren Van Unen,
Waller, Honig, Tates, Breed en Jhr. van de Poll.
De Voorzitter deelt mede, dat in een volgende ver-
gadering opnieuw over dit voorstel moet worden
gestemd.
Artikel 18 wordt zonder hoofdelijke stemming on-
gewijzigd vastgesteld.
Bij art. 19 stelt de heer Tates voor, in den eersten
regel te lezen „De vergaderingen zijn als regel niet
openbaar".
De Voorzitter zou adviseeren deze wijziging niet
over te nemen. 't Lijkt juist voor een vreedzame be-
handeling niet gewenscht, de zaken openbaar te be-
handelen, hij gelooft, dat een goede behandeling door
cte openbaarheid geschaad wordt
Hierna wordt dit artikel en evenzoo artikel 20en21
zonder hoofdelijke stemming ongewijzigd vastgesteld,
De Voorzitter zegt, dat alleen over artikel 3 in een
volgende vergadering opnieuw moet worden gestemd,
terwijl de andere nu reeds zijn vastgesteld.
De heer honig meent, dat in de volgende vergade-
ring ook niet meer over het voorstel, waarover thans
de stemmen staakten, mag worden gesproken.
De Voorzitter antwoordt: „feitelijk niet".
ue heer de Wilde zou de punten VI en VII van de
agenda willen afvoeren.