27 Februari 1920
60
dat niet terug te geven, het is door hen reeds lang
opgeslorpt
Het voorstel van den heer Dr. Droog om de zaak te stel-
Ien om advies in handen van de Commissie van Overleg
wordt in stemming gebracht. over welk voorstel de
stemmen staken met 6 tegen 6 stemmen Tegen stem
den de heeren Van der Erf. Vring, Tromp, de Wilde,
Tates en Jhr. van de Poll.
Dit voorstel zal in devolgende vergadering derhalve
opnieuw in stemming worden gebracht.
Vervolgens brengt de Voorzitter in behandeling het
voorstel van den heer de Wilde om aan gehuwden
f 100.— en aan ongehuwden f50,— voorschot te
geven.
De heer Van Unen vraagt, afgezien het voorstel van
den heer de Wilde, wat men met een voorschot be-
doelt Als iemand f 100.voorschot ontvangt zoo
vraagt spreker en geen f 100.loonsverhooging,
is dan daarmede het voorschot vervallen
De heer de Wilde bedoelt het zoo niet
De Voorzitter zegt, dat het de bedoeling is, dat
iemand een zeker bedrag krijgt, dat later op het ver-
hoogde loon wordt gekort
De heer Honig zegt. dat zoo pas gesproken is, dat
als men beter op de hoogte was, men anders zou
oordeelen en zien, dat er groote behoefte is Spreker
vraagt, of die behoefte voor de ongehuwden werkelijk
zoo groot is. Is er voor den middenstand gcen be-
hoefte Altijd wordt voor de werklieden er. ambtenaren
gezorgd, maar de middenstand wordt niet ondersteund
en deze zegt: „wij moeten altijd maar weer opbrengen
tn hebben nooit een stem of oor in den Raad". Spre-
ker onderschrijft gaarne. dat alles duur is, maar de
anderen worden wel eens over het hoofd gezien.
De Voorzitter vindt, dat men met deze besprekingen
op de eventueele loonswijziging vooruit loopt.
De heer Honig wilde alleen vragen, of voor de on
gehuwdtn de nood zoo groot is. Spreker is er niet
voor, om aan dezen ook een voorschot te geven.
De heer Tromp betreurt het in de eerste plaats, dat
de middenstand zoo gedrukt is. De heer Van Unen
is echter in de vorige vergadering bij de behandeling
van den progressieven hoofdelijken omslag nog voor
den middenstand opgekomen en spreker zou de laatste
zijn, die daartoe niet zal meewerken.