27 Febmari 1820
66
dat men een brief met 1% cent mo,et frankeeren, ook
wanneer deze wordt verzonden aan iemand in de Ge-
meente. Misschien is er niets aan te doen. maar spre-
ker wilde toch de aandacht er op vestigen.
De Voorzitfer deelt mede, dat de postale grens niet
met de gemeente grens samenvalt. De postale grens
loopt tot de Emauslaan, zoodat de menschen van Bosch
en Vaart cent moeten betalen. Burgemeester en
Wethouders ondervinden dikwijls het onaangename er
van, omdat vaak strafport moet betaald worden. Ook
is er al eens over gesproken met den InspĂȘcteur der
Posterijen. Het heele land is verdeeld in postale dis-
tricten en bij die verdeeling is blijkbaar geen rekening
gehouden met de gemeentegrenzen.
De heer Ur. Droog vraagt. of er niets aan te doen
zou zijn
De Voorzitter wil zich vleien met de hoop. dat het
beter zal worden, wanneer het kantoor en het perso-
neel wordt uitgebreid en er eene heele verbetering op
postaal gebied plaats heeft.
De heer Tromp zegt, dat de postale grens van
Haarlem tot het huis van den heer Preijde loopt. hjj
vraagt, of het niet wenschelijk zou zijn die dwaasheid
eens onder de oogen te brengen van de post autori-
teiten.
De Voorzitter heeft goede hoop, te verwachten, dat
deze zaak verbeterd zal worden, wanneer een nieuw
postkantoor wordt gebouwd. Bij de onderhandeu'ngen
over dezen bouw kan deze zaak ook onder de oogen
worden gezien. Spreker deelt mede, dat een brief is
gezonden aan den Directeur-Generaal o a. over iangere
openstelllng van het kantoor.
T De heer de Wilde wenscht te wijzen op den slech-
oes an tep toes|ancj aan (je campiaan bij het eindpunt van
Camplaan. tie tram j-jjj zou willen, dat de stoomtram bleef staan
op het Wilhelminaplein, doch deze staat dikwijls wel
20 minuten op de Camplaan, zoodat het daar erg ge
vaarlijk is. Spreker vindt, dat die toestand da^r wrer-
kelijk niet gehandhaafd kan blijven.
De Voorzitter zegt toe, over verplaatsing te zullen
onderhandelen.
Sloot Tates zegt, dat aan de Zandvoortschelaan
7 de uitgegraven grond in de slo.ot wordt geworpen,
an v. aanZOO(jat (je toestand daar niet zoo rooskleurig is. Bij
zacht weer wordt deze toestand onhoudbaar, terwijl