27 Februari 1920
68
Bestrating
gedeelte
Leidsche-
vaartweg.
2e suppl.
kohier
Hoof.Oms
De heer Tates zegt, dat het gewenscht is, dat de
Leidschevaartweg vanaf de Schouwtjesbrug tot de
fabriek van Van Dam aanmerkelijk wordt verbeterd De
toestand is onhoudbaar en men zakt op het westelijk
pad weg in een diepe sleuf. Spreker vraagt, of het
in de bedoeling ligt aan de westzijde ook bestrating
aan te brengen of dat de toestand zoo nog langer
moet voortduren.
De Voorzitter zegt, dat het moeliijk lijkt zoo ineens
daarover te beslissen. Burgemeester en Wethouders
zullen zien in hoeverre dit geregeld kan worden en
zullen eerst ter plaatse gaan zien.
De heer Peeperkorn vraagt, of het wel gemeente-
grond is.
De heer Tates meent, dat het eigenlijk geen ge-
meentegrond is.
De Voorzitter zegt, dat de zaak eeist bekeken zal
worden en misschien de medehulp van eigenaren zal
worden ingeroepen.
De heer Tates meende er de aandacht op te moeten
vestigen.
Daar niemand meer het woord verlangt schorst de
Voorzitter de vergadering om over te gaan in eene
met gesloten deuren.
Na heropening der Vergadering wordt het 2e sup-
pletoir kohier van den Hoofdelijken Omslag dienst
1919 1920 vastgesteld tot een totaal belastbaar inko-
men van f 315.900en tot een totaal bedrag in aan-
slag van f 6 066.15.
Hierna sluit de Voorzitter de Vergadering.
De Secretaris,
De Voorzitter,