Bl
20 April 1920.
Het woord „poppenkasterij", dat de heer Vring
meermalen heeft gebruikt, ligt ver achter spreker. Er
zijn gegronde redenen voor tegenstemmen. De Com-
missie van Overleg, zooals deze nu zou worden in-
gesteld, zou ten allen tijde blijken een hulpmiddel te
zijn en zou niet zijn, zooals ze moest zijn. Spreker
is er sterk voor, als hier een Commissie van Overleg
komt gelijk aan die in andere gemeenten, maar er is
geen enkel voorbeeld zooals hier. Het overleg moet
met en door de orgam'saties plaats hebben. Spreker
verlangt niet het woord „poppenkasterij" van den
heer Vring, deze moet maar naar z'n cigen kijken
De Voorzitter zegt, dat de heer Tromp niet kan
beweren, dat alles zonder de organisaties is behandeld.
Alle ingekomen adressen zijn ter tafel gebracht en
zijn genoeg bekend.
Hierna wordt algemeen goedgevonden de behande-
hng van de reglementen van de Commissiën van
Overleg voor de ambtenaren en het politiepersoneel
aan te houden.
III III Loonregeling Werklieden.
Loonregel. Het door Burgemeester en Wethouders ingediende
Werklieden°ntwerp besluit luidt:
23 2e Wijziging loonregeling Werklieden.
De Raad enz.
De heer Tales vindt, dat hier niet meer over behoeft
te worden gestemd, omdat de Commissie van Overleg
er niet is.
De Voorzitter deelt mede, dat in de vorige vergade-
ring de stemmen hebben gestaakt over het voorstel
van den heer Dr. Droog om deze zaak te stellen om
advies in handen van de Commissie van Overle^.
Spreker zegt, dat het formeeler is, dat de stukken ii
handen van Burgemeester en Wethouders worden ge
steld om advies. 't Is in dezen de bedoeling, dat de
Commissie van Overleg door Burgemeester en Wet
houders wordt gehoord.
Vervolgens wordt genoemd voorstel opnieuw
stemming gebracht en aangenomen met 9 tegen 3
stemmen. Tegen stemden de heeren Vring, de Wilde
en Tates.
m
in