21 Mei 1920
108
De heer Vring zegt, dat wanneer het zoo niet gaat, de
instelling van een Centrale Commissie van Overleg
wel gewenscht is. Hij wenschte daarop de aandacht
te vestigen.
De Voorzitter merkt op, dat de raadsleden zich nooit
onthouden hebben om nieuwe indeeën aan te brengen.
II. Voorstel tot het verleenen van een voorschot
Voorschot aan de gehuwde ambtenaren.
Ambten. Het voorst 1 vau Burgemeester en Wethouders luidt i
5/. Voorschot aan Ambtenaien
liet bijgevoe^d ontwerp besluit luidt
51. Voorschot aan Ambtenaren.
De Raad enz.
De heer Van Unen vindt, dat deze zaak eenigszins
ar.ders ligt dan bij de werklieden. Aan de weiklieden
is indertijd een voorschot verleend naar aanleidmg
van hun verzoek om loonsverhooging. Tot discussie
over het voorstel van Burgemeester en Wethouders is
het toen niet gekon en en op voorstel van een raads-
lid werd besloten om een voorschot te verleenen
Thans komen Burgemeester en Wethouders zelf met
een voorstel om een voorschot aan de ambtenaren te
verleenen. Zij denken dus, dat het salaris niet vol-
doende is. Spreker vindt, dat in dit voorschot dus ook
een verhooging ligt opgesloten.
De Voorzitter geeft als zijn meening te ker.nen, dat
wanneer de werklieden loonsverhooging krijgen. het
ontegenzeggelijk noodzakelijk is, dat ook de salaris-
sen der ambtenaren worden herzien, omdat er nu
reeds werklieden zijn, die met hun voorschot meer krij-
gen dan sommige ambtenaren. Het verband tusschen
de loonen van arbeiders en die van ambtenaren, voor-
al van die zoo ongeveer op de grens liggen, is reeds
verbroken.
De heer Van Unen zal voor dit voorstel stemmen
maar wi! toch zeggen. dat hij voortaan aan voorstel-
len tot het verleenen van voorschotten zijn stem niet
meer zal geven Automatisch wordt het in den laatsten
Aan den Raad enz.