21 Mei 1920
123
Blijkt het later noodig over het volie aantal te be-
schikken, dan geeft vooinoemde Minister daarvan aan
de vereeniging kennis, die dan verplicht is de eerst
vrijkomende woningen te verhuren aan ambtenaren,
als hiervoor bedoeld tot dat hetvolle aantal bereikt is
Huurderving tengevolge van leegstaan van een be-
schikbaar gestelde woning wordt zoolang de Minister
van Financiën niet heeft verklaard, dat dewoningvoor
het gevolg niet meer voor ambtenare i beschikbaar
behoeft te worden gehouden, door voornoemden Mi
nister aan de Vereeniging vergoed
De vereeniging heeft het recht tot huuropzegging
indien de ambtenaar- huurder de huurvoorwaarden
niet nakomt, of door wangedrag van hern of zijn ge-
zin of door slechte bewoning daartoe aanleiding geeft
Zonder hoofdelijke stemming worden de voorge-
stelde wijzigingen ongewijzigd aangebracht
Steun aan
„StIoseph" o. Een missiye van den Voorziiter van Gedepu-
teerde Staten, dd 21 Mei 1920, no, 177E/7369, le afd.
betreffende wijziging van het Raadsbesluit van 12
Februari 1920. no 5, tot het verleenen van een voor-
schot aan de woningbouwvereeniging „St. Joseph
De Voorzitter deelt mede, dat het bouwplan van
deze vereeniging is gewijzigd en dat nu 60 wonin-
gen zulleri worden gebouwd in plaats van 62.
Burgemeester en Wethouders stellen daarom voor
bedoeld raadsbesluit zoomede het raadsbesluit tot het
aanvragen van gelijk voorschot aan H. M. de Konin-
gin in te trekken en daarna opnieuw vast te siellen
nadat in eerstgenoemd besluit de getallen „62" zijn
gewijzigd in 60".
Ue heer Honig vraagt. of nu ook het voorschot op
60 woningen is berekend.
De Voorzitter deelt mede. dat het voorschot gelijk
is gebleven, omdat de woningen ieis breeder zijn ge-
worden. De prijs blijft daarom gelijk.
De heer v. d Erf vraagt. of dit het eenigste bezwaar
is van Gecteputeerde Staten,
De Voorzitter antwoordt, dat dit het eenigste be-
zwaar is en denkt, dat Gedeputeerde Staten het be-
sluit nu wel zullen goedkeuren.