30 Juni 1820.
142
geen subsidie te geeen. omdat zij het een verkeerd
beginsel vinden de gemeenten daarvoor te laten be-
talen.
De heer Tates ziet er ook een goede zijde in, n 1
geven age"ten meer °Pvoeding e" ontwikkeling te
De Voorzitter zegt, dat er veel goeds in zit, wan-
neer men deze menschen meer opvoeding en ontwik-
e ing geeft, maar morgen kan bijv, een vereeniging
van vroedvrouwen een school stichten en dan kan
de Mimster ook wel zeggen om die school testeunen.
hefr Tates zegt. dat de gemeente er toch ook
van profiteeren kan. Eene subsidie van f 20 is maar
een klein bedrag
De Voorzitter geeft toe, dat het een nuttige instel-
hng is en dat het geld goed besteed zal zijn 'tls
ech.er de vraag of het wel op den weg der gemeen-
te ligt. De gemeente moet maar betalen en daar zit
'e.ts /ervelends in Hij gelooft echter niet. dat men
displeizier van het geld zou hebben.
De hccr de Wilde acht het wel wat gevaarlijk om
subsidie te geven, en vraagt waarom het Rijk die
zaak niet bekostigt.
De Voorzitter deelt mede, dat bij voldoende mede-
geven g gemeenten' ook het RiJ'k subsidie zal
De heer Tromp is er sterk tegen.
De heer Ur. üroog vraagt, of het niet goed zou
zijn goede vrienden te blijven.
De heer de Wilde denkt, dat de leerlingen bij het
verlaten der school wel een diploma zullen krijgen
Voorzitter zegt, dat de leerlingen, die een best
examen hebben afgelegd, een betere aanbeveling van
den Directeur zullen krijgen en misschien eerder ?e-
plaatst zullen worden Een professor zorgt ook wel
dat z|jn beste leerlingen een goede plaats krijgen.
De heer Jhr. v d, Poll gelooft, dat de opzet om
subsidie te vragen verkeerd is. Zij hadden beter een
epaling kunnen voorstellen. dat wanneer de school
een agent aan een gemeente aflevert, die gemeente er
ook een zeker bedrag voor bctaalt, evenals wel bij
andere inrichtmgcn van onderwijs geschiedt, Nu pro-
titeert de heele gemeenschap van enkele gemeenten
die wel subsidie geven.