10 Augustus 1920.
159
Rondvraag Rondvraag.
De heer de Wilde deelt mede, dat door de brand-
stoffendistributie nu reeds eenige eenheden brandstof-
fen zijn beschikbaar gesteld van zeer goede kwaliteit
voor hen die deze verlangen, terwijl het volstrekt niet
zeker is dat zij, die deze nu niet betrekken, ze later
kunnen bekomen. Het is ook zelfs niet zeker, dat be-
ianghebbenden ze later voor denzelfden prijs en van
dezelfde kwaliteiten kunnen betrekken. Velen zijn niet
in staat nu reeds een voorraad op te nemen, ook
niet met het oog op de daaraan verbonden liobten
Spreker heeft getracht hieromtrent van den Directeur
van het brandstoffenbureau zekerheid te verkrijgen,
maar hij heeft dezen niet te spreken kunnen krijgen
Hij heeft toen gesproken met een ambtenaar van &het
brandstoffenbureau, die hem heeft medegedeeld dat
het niet zeker was. dat later dezelfde brandstoffen
konden worden geleverd tegen de thans geldende
prijzen.
Ue Voorzitter vraagt, wat het idee van spreker hier-
omtrent is
De heer de Wilde zegt. dat hij er wel voor zou
gevoelen, dat desnoods Burgemeester en Wethouders
een voorraad van deze goede brandstoffen opslaan
Spreker zou het jammer vinden, als alleen zij die nu
bestelden, goede kwaliteiten bekwamen, terwijl ande-
ren, die later per eenheid moeten beirekken, minder-
waardige kwaliteit konden krijgen tegen hooeere
prijzen.
L)e Voorzitter deelt mede, dat hij een en ander in
de Brandstoffencommissie zal bespreken en meent wel
dat er lets van aan is, van hetgeen door den vorigen
spreker is medegedeeld.
De heer de Wilde zou er anders meer voor gevoelen, om
ook de anderen te laten wachten en nu de 4 'een-
heden goede brandstoffen, waarvan sprake is, no« niet
voor enkelen beschikbaar te stellen.
De Voorzitter beloofd te onderzoeken en wanneer
met opslag het bezwaar van den heer de Wilde zou
kunnen worden ondervangen. vraagt hij, of dan de Raad
machtiging geeft om een voorraad op te slaan.
De heer Van Unen zou de gevolgen daarvan eerstvoor
zich willen zien.
De heer de Wilde wijst er nogmaals op, dat zij die
de brandstoffen nu niet kunnen betrekken, er later
duurder aan zullen moeten.