Huurcom-
missie.
10 Augustus 1920.
161 -
Spreker wil hierbij wijzen op de zang- uitvoe-
ringen in de muziektent te Haarlem, wat voor zeer
velen toch een heerlijk genot is Zou het daarom niet
mogelijk zijn, dat Burgemeester en Wethouders dis-
pensatie kunnen verleenen, vraagt spreker.
De Voorzitter zegt. dat dit volgens het genomen
besluit niet gaat. Wel mogen muziekuitvoeringen wor-
den gegeven, doch geen zanguitvoeringen,
De heer de Wilde merkt nog op. dat dit besluit in-
dertijd aldus is genomen om moeilijkheden te voor-
komen, mede in verband met een toen gelijkertijd
behandeld adres.
De Voorzitter deelt mede, dat juist in verband met
dit adres de Raad toen heeft uitgemaakt. dat alleen
muziekuitvoeringen zouden worden toegestaan en
spreker zou dan ook willen aanraden, alvorens eene
nieuwe beslissing te nemen, eerst na te gaau in de
notulen wat hier indertijd over is gezegd. Voor de
waarde van de besluiten van den Raad acht spreker
dit toch meer gewenscht.
De heer Tates zegt, dat hierdoor zijn inzicht niet
zal veranderen, inderiijd was hij reeds tegen het toen
genomen besluit
De Voorzitter merkt op. dat dan later een voorstel
door hem kan worden gedaan,
De heer Van der Erf vraagt, of de Huurcommissie
door den Raad wordt aangewezen.
De Voorzitter deelt mede, dat dit niet het geval is,
doch Burgemeester enWethouders de leden der tluur-
commissie benoemen.
De heer Van der Erf vraagt, of van de beslissing
van de Huurcommissie beroep openstaat, daar hem
een bepaald geval is ter oore gekomen dat hij gaarne
ter sprake zou willen brengen.
De Voorzitter deelt hierop mede, dat van de beslis-
singen der Huurcommissie beroep openstaat bij den
kantonrechter. Spreker heeft geen bezwaren den heer
Van der Erf aan te hooren over deze aangelegenheid
maar waar dit geheel buiten 's raads bemoeiingen omgaat
zou hij den heer Van der Erf in overweging willen
geven, deze aangelegenheid bij hem in zijn kamer te
komen bespreken.
De heer Van der Erf zegt, dat als er door den Raad
niets aan te doen is hij er verder over zal zwijgen en