99. +920 2 den grondslag van de bepalingen en voorwaarden van het heden vastgestelde raadsbesluit tot uitgifte van gronden in erfpacht 5. van de gelden vermeld onder 1 en 2 zal door de woningbouwvereeniging de door de gemeente be- paalde rente van b% pCt. eventueel gedeeltelijk in den vorm van erfpachtscanon moeten betaald worden 6. de voorgeschoten gelden moeten met ongeveer gelijke jaarlijksche aflossing in ten hoogste jaren zijri afgelost echter zullen rente en aflossing. als Bur- gemeester en Wethouders dit wenschelijk oordeelen, ook in den vorm van eene annuïteit gedurende ten hoogste/?rr jaren berekend naar eene rente van pCt 's jaars kunnen worden voldaan 7. het juiste bedrag van het voorschot, de uitkee- ring van het voorschot, de rentebetaling en de aflos- sing zullen bij nadere overeenkomst door Burge- meester en Wethouders met de Vereeniging worden geregeld. het bedrag en de uitkeering der bijdrage zullen op gelijke wijze worden geregeld met in acht- neming van het geen te dezer opzichte door het Rijk tegenover de gemeente zal worden bepaald 8. aan de gemeente zal als waarborg voor de voorgeschoten gelden eerste hypotheek worden ver leend, op den grond en de woningen, of, zoo de grond in erfpacht wordt uitgegeven, eerste hypotheek op de opstallen 9. door de woningbouwvereeniging zal, behalve aan de voorwaarden die de Minister van Arbeid voor dit geval noodig mocht achten. moeten worden voldaan aan de voorwaarden vermeld in artikel 4 van het Koninklijk Besluit van 6 November 1919, no. 51. voorzoover deze voorwaarden op haar van toepassing kunnen gebracht worden zij is voor de goede nako- ming verantwoordelijk tegenover Burgemeester en Wethouders; voor zoover de voorwaarden niet op de woningbouwvereeniging van toepassing kunnen ge- bracht worden, zal de gemeente voor de getrouwe nakoming zorgen 10. zoolang de voorgeschoten gelden niet geheel zijn afgelost, moet de huurprijs der woningen voor het begin van elk huurjaar worden goedgekeurd door Burgemeester en Wethouders, die daarbij rekening kun- nen houden met het inkomen der bewoners terwijl aan Burgemeester en Wethouders steeds de bevoegdheid blijft voorbehouden een hoogere huur te gelasten dan aanvankelijk is bepaald, indien de omstandigheden dit toelaten y cLa. uo-y+^ Ct-W^ yAf-XK^O 'jC «-P J"o JZ-& Âa-+-4s/~

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Raadsnotulen Heemstede | 1920 | | pagina 22