90. 1920 Achten Burgemeester en Wethouders het niet noo- dig-dat dadelijk het geheele aanta! woningen. waar- voo'r voorkeur is bedongen. voor bedoelde personen beschikbaar wordt gesteld, dan kunnen de met dade- lijk benoodigde woningen aan particuheren worden verhuurd. Blijkt het later noodig over het volle aantal te beschikken. dan geven Burgemeester etii Wethouders daarvan aan de Vereeniging kennis. dte dan verplicht is de eerst vrijkomende woningen te verhuren aan personen. als hiervoor bedoeld, totdat het volle aantal bereikt is. Huurderving. tengevolge van leegstaan van een beschikbaar gestelde woning, wordt, zoolang Burge- meester en Wethouders niet hebben verklaard. dat de woning voor het vervolg niet meer voor bedodde personen beschikbaar behoeft te worden gehouden door Burgemees'er en Wethouders aan de Vereentgmg vergoed Ue Vereeniging heeft het recht tot huuropzeggtng indien de huurder de huurvoorwaarden niet nakomt of door wangedrag van hem of zijn gezin of door slechte bewoning daartoe aanleiding geeft; l!e. dat bestek en voorwaarden der te suchten woningen aan de goedkeuring van Burgen eester en Wethouders zijn onderworpen I2e. dat in het vervolg geen onroerend goed nrag worden aangekocht zonder goedkeuring van Burge- meester en Wethouders I3e dat bij vervréemding of bezwaring van onroe rende goederen der Vereeniging zonder goedkeuring van Bur-emeester en Wethoudeis of anders van ue deputeerde Staten, het Bestuur aan de gemeente zal verbeuren een bedrag van f 2000.—waarvoor de le- den van het Bestuur hoofdelijk ieder voor het geheel aansprakelijk zullen zijn. onverminderd het recht der gemeente, om, zoo daartoe termen zijn in ptaats van die geldboete schadevergoeding te eischen en om de vervreemding of bezwaring niet als geldig te erkennen 14e. dat bij faillissement, ontbinding of ophetting der Vereeniging, alsmede indien de voorwaarden. waai- onder het voorschot is verleend. niet worden nageleetd het voorschot of het onafgeloste gedeelte daarvan terstond opvorderbaar wordt; 15e. dat de gemeente zoolang het voorschot niet geheel is afgelost met goedkeuring van Gedeputeerde Staten of bij weigering met goedkeuring van H. M. de Koningin het recht zal hebben alle bezittingen met het voorschot verkregen met de daarop rustende lasten en verplichtingen en alle schulden der Vereentging voorzoover die ten behoeve van die bezittingen zijn gemaakt, gezamenlijk over te nemen tegen betaling van een bedrag door Gedeputeerde Staten goedge- keurd of bij weigering door H. M. de Koningin vast te stellen, met dien verstande, dat boven het voor de verwerving of instandhouding van die bezittingen aangewende deel van het eigen vermogen van de

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Raadsnotulen Heemstede | 1920 | | pagina 9